Regels voor banken worden op internationaal niveau vastgesteld. Dat doet het Basel Committee on Banking Supervision. Sinds de financiële crisis zijn de regels voor de hoeveelheid kapitaal die banken moeten aanhouden voor de risico’s die zij lopen, drastisch aangescherpt. Nu staan we aan de vooravond van de meest recente aanpassingen; Basel 4.
Dit najaar wordt het voorstel verwacht voor de Europese wettelijke verankering van Basel 4. Het pakket zal een grote impact hebben op Nederlandse en Europese banken. Impact is er op termijn waarschijnlijk óók voor de klant, voorziet Onno Steins, senior adviseur toezicht bij de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB).
Kun je uitleggen waar Basel 4 vandaan komt?
Onno Steins: “Om iets te snappen van Basel 4, moeten we terug naar 1988 – naar Basel 1 van het internationale Basel Comité. Basel 1 gaf banken - in aanvulling op accountancyregels – nieuwe regels voor de zogeheten risicoweging van hun activa (in het Engels Risk Weighted Assets of afgekort RWA). Activa zijn zaken die aan de bezittingenkant (linkerkant) van de bankbalans staan, zoals leningen aan klanten: hoeveel risico loopt een bank daarop, bijvoorbeeld op niet-terugbetalen?”
“Basel 1 komt voort uit het ‘omvallen’ van de Duitse Herstatt Bank in 1974. Toen werd de roep groter om banken internationaal te reguleren. In datzelfde jaar werd het Basel Committee on Banking Supervision (BCBS) opgericht door de G10. In 1988 zag het eerste Baselse akkoord het levenslicht."
"Er kwamen grensoverschrijdende regels over hoe banken leningen naar risico moeten wegen, zodat ze vervolgens konden berekenen hoeveel kapitaal ze aan de rechter(passiva) kant van de balans moesten aanhouden om de risico’s af te dekken. Voor de risicoweging gaf Basel 1 standaardmodellen. Ook gaf Basel 1 één standaard voor de kapitaalratio (verhouding eigen vermogen ten opzichte van uitgeleend/uitgezet vermogen) van banken.”
Werken banken nog steeds allemaal met één standaardmodel voor risico-weging?
Steins: “Nee. In 2008 zijn de eisen van Basel verfijnd. Deze verfijning kwam er na kritiek op de beperkte risicogevoeligheid van het raamwerk, die bijvoorbeeld hypotheken zwaar aansloeg. Een onderdeel van die verfijning was de introductie van de mogelijkheid voor banken om de risicoweging door middel van zelf ontwikkelde interne modellen te berekenen. Dit gaat niet zomaar; de modellen moeten voor gebruik eerst worden goedgekeurd door de toezichthouder."
"Deze aanpassing zorgde ervoor dat er meer risico-differentiatie kwam. Banken labelden daarbij niet alle activa als even risicovol. Een hypotheek met het huis als onderpand wordt bijvoorbeeld als minder risicovol beschouwd dan een lening aan een bedrijf. Dus als een bank veel hypotheken op de balans heeft staan, dan hoeft er relatief minder kapitaal voor worden aangehouden.”
Wat zijn de voor- en nadelen van die eigen, interne modellen voor risico-weging?
Steins: “Een groot voordeel van interne modellen is dat banken met de risicoweging heel direct de bedrijfsvoering kunnen aansturen: de risk afdeling in de bank kan productmakers laten zien hoe risicovol een product is, en hoeveel dat risico de bank kost. Een nadeel is dat de onderlinge vergelijking tussen banken lastiger wordt. Omdat de portefeuilles van banken er anders uitzien, verschilt ook het risicoprofiel."
"Daardoor kent de ene bank net een ander risico toe aan ongeveer hetzelfde product dan een andere bank. Verder is het natuurlijk van groot belang dat banken de wérkelijke risico’s kunnen laten zien: zo ziet onze bank er nu uit. Dat vraagt om veel vertrouwen tussen bank en toezichthouder. En ook is er veel beheer nodig bij de toezichthouder. Die moet immers alle modellen onderzoeken, goedkeuren en ook de tussentijdse wijzigingen daarop.”
Wat zijn de effecten van Basel 4?
Steins: “Kort gezegd: Basel 4 zorgt dat het raamwerk minder risicogevoelig wordt gemaakt. De vermindering van de risicogevoeligheid komt op twee manieren tot uiting. Enerzijds krijg je als bank minder vrijheid bij het maken van interne modellen. Voor een aantal portefeuilles mag je straks geen intern model meer gebruiken. En voor portefeuilles waar dat nog wel mag, worden de vrijheidsgraden bij het modelleren ingeperkt."
"Anderzijds introduceert Basel 4 een minimum-uitkomst voor de risicoweging van leningen, gebaseerd op standaardtabellen. Die minimum-uitkomst wordt ook wel de output-floor genoemd. Ook via die route wordt de risico gevoeligheid verminderd. Banken zullen door deze wijzigingen meer kapitaal moeten aanhouden voor bijvoorbeeld hypotheken en bedrijfsleningen met een lager risicoprofiel. Dat betekent dat de kapitaalkosten van deze producten stijgen en dus - op termijn - de kosten voor consumenten mogelijk ook.”
Wanneer gaan deze nieuwe regels gelden?
Steins: “Dat is lastig te zeggen. Dat komt omdat ze pas kunnen ingaan als het besluitvormingsproces is afgerond en de wetteksten zijn gepubliceerd. Dit is een uiterst complex proces. De internationale afspraken die in Basel zijn gemaakt, moeten namelijk worden omgezet in Europese wetgeving. De Europese Commissie doet een voorstel daarvoor; wij verwachten dat dit in het najaar van 2021 wordt gepubliceerd."
"Hierna is het aan de Europese wetgevers, de lidstaten (Europese Raad) en het Europees Parlement om die voorstellen te beoordelen en uiteindelijk tot een gezamenlijke positie te komen. Officieel moet dit in 2023 zijn afgerond volgens de Baselse afspraken. Maar er is een kans dat die deadline niet gehaald kan worden.”
Dit artikel is eerder verschenen in Bank | Wereld Online, een uitgifte van de Nederlandse Vereniging van Banken.