Om de uitvoering van zijn strategie te versterken is ABN AMRO van plan om de samenstelling van zijn Raad van Bestuur op de schop te gooien. Zo wil de bank de toekomstig Chief Operations Officer een stoel aan de tafel geven, terwijl de Chief Human Resources Officer zijn zetel juist verliest.
Omdat ABN AMRO nog niet over een Chief Operations Officer (COO) beschikt, heeft de bank een vacature uitgezet. De positie van COO omvat de eindverantwoordelijkheid voor de bankbrede operationele processen en voor versnelling van het veranderingsmanagement binnen ABN AMRO. Daarnaast moet de toekomstig COO leiding geven aan de centrale aansturing van de operationele activiteiten, waaronder de afdeling Detecting Financial Crime.
Met het vertrek van Gerard Penning is de bank tevens op zoek naar een nieuwe Chief Human Resources Officer. De opvolger van Penning zal echter geen onderdeel meer uitmaken van de Raad van bestuur. Het is de bedoeling dat de nieuwe CHRO direct zal rapporteren aan de Chief Executive Officer (Robert Swaak).
De bank laat tot slot weten dat de wijzigingen en de samenstelling van de Raad van Bestuur en de taakverdeling daarbinnen zijn voorgelegd aan de Raad van Medewerkers voor advies.
Persoonlijke bank in de digitale tijd
Het is de tweede keer in een relatief korte periode dat ABN AMRO zijn organisatiestructuur wijzigt ten behoeve van de uitvoering van zijn strategie. In oktober 2021 maakte de bank ook al bekend dat het zijn vier business lines terugbracht naar drie client units (Personal & Business Banking), Wealth Management en Corporate Banking).
Destijds stelde CEO Swaak onder meer dat ABN AMRO goede vooruitgang boekte bij de uitvoering van zijn strategie om een persoonlijke bank in de digitale tijd te zijn. “Daarbij dienen onze strategische pijlers – klantervaring, duurzaamheid en toekomstbestendige bank – als leidraad. Dankzij onze vertrouwensrelatie zijn we in staat om er voor klanten te zijn bij alle belangrijke financiële stappen in hun leven en om onze business winstgevend te laten groeien in aantrekkelijke klantsegmenten in Noordwest Europa.”