De Nederlandse Vereniging van Banken schaarde zich recent achter de zogeheten ‘Code-V', voor gelijke ondernemerskansen voor vrouwen in Nederland. Want de sector maakt zich ook sterk voor financiële gezondheid en financiële inclusie. Met een breed toegankelijk aanbod aan diensten en producten dat recht doet aan de diversiteit tussen mensen. Die diversiteit gaat niet alleen over gender, benadrukt expert Caroline Essers. Minstens zo belangrijk zijn andere sociale identiteiten, zoals etniciteit. Dit artikel is eerder verschenen in Bank | Wereld Online, een uitgifte van de Nederlandse Vereniging van Banken.
Een diverser en inclusiever zakelijk ecosysteem dat innovatie stimuleert en de arbeidsparticipatie van vrouwen verhoogt. Dat is het doel van Code-V, eind 2023 ondertekend door 65 organisaties, waaronder een aantal banken.
“Het huidige systeem is nog zeer ongelijk als het gaat om toegang tot netwerken en financiering van vrouwelijke ondernemers, maar ook ondernemers uit andere minderheidsgroepen zoals vluchtelingen”, begint Caroline Essers, werkzaam bij Radboud University en gespecialiseerd in ondernemerschap onder verschillende minderheidsgroepen.
“Achtendertig procent van alle ondernemers is vrouw. Amper 10 procent van alle financiering gaat naar vrouwelijke ondernemers. En minder dan 1 procent van al het durfkapitaal gaat naar vrouwelijke ondernemers. Dat is een enorme scheefgroei en daarom is het zo belangrijk dat Code-V is ondertekend. Om iets te veranderen, moet je systematisch te werk gaan. Daar zijn alle stakeholders voor nodig.”
Om gericht en effectief te kunnen investeren moet eerst in kaart worden gebracht welke barrières vrouwen momenteel ervaren bij het ondernemen, aldus Code-V. Waar gaat het in de praktijk mis?
“Bijvoorbeeld bij de toegang tot en participatie in netwerken; belangrijk om kennis op te doen over nieuwe markten, je onderneming te laten groeien, nieuwe businesspartners te vinden en innovatief te blijven. Dan heb ik het vooral over de informele netwerken, zoals de VIP-boxen in een voetbalstadion en old boys networks. Daar worden nog steeds de belangrijkste deals gesloten. En die netwerken zijn nog steeds overwegend wit, mannelijk en midden- tot hogere klasse. Daar worden vrouwen gewoon niet voor uitgenodigd."
"Daarnaast krijgen vrouwen bij pitches vaker meer behoudende vragen. Zoals: 'Wat als over een paar jaar jouw bedrijf in zwaar weer terechtkomt. Hoe zou je daarmee omgaan?' Terwijl mannelijke pitchers vanuit een groeipotentieel worden bevraagd. Er moet echt meer onderzoek gedaan worden naar waar het fout gaat in de interactie tussen de financiële besluitvormers aan de ene kant van de tafel en vrouwelijke ondernemers aan de andere kant. En niet alleen witte, vrouwelijke ondernemers.”
Je benadrukt vaak dat je bij diversiteit ook andere factoren van de achtergrond van iemand moet betrekken. Dat heet het zogenaamde kruispuntdenken. Kun je dat uitleggen?
“Maatschappelijke ongelijkheid of discriminatie doet zich voor langs verschillende assen die elkaar snijden. Niet alleen gender is bepalend. Ook factoren als etniciteit, sociale klasse, handicap, religie en seksualiteit kunnen een rol spelen in het ondernemerschap, maar ook in organisaties. En vooral de gelijktijdigheid van bijvoorbeeld gender en etniciteit maakt dat vrouwen van kleur veel meer belemmeringen ervaren in hun ondernemerschap dan witte vrouwen."
"Als je een echt inclusief ondernemersecosysteem wilt opbouwen, moet je kijken naar hoe alle stakeholders proberen op een zo inclusief mogelijke manier potentiële ondernemers benaderen en bedienen met hun producten en praktijken. Dus vanuit een intersectioneel principe. Dat ze zich niet op witte middenklasse vrouwen richten, maar bijvoorbeeld ook op vrouwen met een Marokkaanse achtergrond. Want ook zij hebben veel ondernemerspotentieel.”
Wat zou je financiële instellingen adviseren? De huidige werknemers trainen om vrouwelijke ondernemers aan de balie gelijk te behandelen als mannelijke ondernemers? Of moeten vrouwelijke ondernemers bij voorkeur worden geholpen door vrouwelijke medewerkers?
“Uit onderzoek blijkt dat in dit geval vrouwelijke medewerkers zich over het algemeen makkelijker kunnen verplaatsen in de situatie van vrouwelijke ondernemers. Dus hoe meer vrouwen bij banken werken, hoe beter. Aan de andere kant is het belangrijk financiële besluitvormers te trainen in het op gelijkwaardige en inclusieve manier beoordelen van ondernemers.”
Moeten vrouwelijke ondernemers zich misschien ook zelf anders opstellen?
“Aanpassen aan het systeem bedoel je? Dat wordt genoemd ‘fixing the women’. Vrouwen kopiëren het mannelijke voorbeeld om als legitiem gezien te worden en succes te kunnen boeken. Of als ze vastlopen wordt gezegd: neem maar een mentor, of doe een cursus netwerken. Terwijl ik zeg: je moet onderzoeken waar de genderongelijkheid in het systeem zit."
"Het is duurzamer en eerlijker als alle stakeholders in het systeem - financiële instellingen, onderwijs, overheden en beleidsmakers - kritisch kijken naar hun interne en externe praktijken en onderzoeken in hoeverre die aansluit op ondernemers die buiten de traditionele norm vallen. Je moet kijken naar hoe het systeem ‘ge-genderd’ is, in welke mate het vrouwen belemmert om legitiem gezien te worden en succesvol te zijn. Fixing the system dus, niet fixing the women.’"
"Eigenlijk moeten zeker financiële organisaties ervan overtuigd zijn dat een groei van het aantal ondernemers alleen maar bijdraagt aan de economie en het dus heel opportuun is vrouwelijke ondernemers serieus te nemen. “Misschien moet de sector wat ruimhartiger en met iets meer nieuwsgierigheid naar deze groep kijken, er iets meer de tijd voor nemen. En meer besluitvormers met dezelfde achtergrond aan de andere kant van de tafel plaatsen.”
Essers zou zelf meer inzicht willen krijgen in ‘de omliggende maatschappelijke structuren’ die vrouwelijk ondernemerschap met diverse achtergronden mogelijk maken. “Wetten, beleid, de arbeidsmarkt. Op welke manier zijn deze structuren belemmerend of ondersteunend? En het zou natuurlijk zeker mooi zijn om dat binnen een specifieke leerstoel als hoogleraar te doen. En zo een onderzoeksgroep op dit terrein op te bouwen en meerdere gerelateerde projecten te doen, samen met andere partijen."
"Wat gebeurt er nu écht in de interactie tussen vrouwelijke ondernemers met verschillende achtergronden en in verschillende fases van een bedrijf en die - vaak overwegend witte, mannelijke - financiële besluitvormers die bepalen of zij een krediet kunnen krijgen of een lening?"
In het kader van de Code-V zal er komende jaren aandacht komen voor scholing en positieve marketing rondom vrouwelijke ondernemers. “Ik hoop en zet in op meer structureel onderzoek naar ‘fixing the system’. En dat we echt veranderingen teweeg kunnen brengen.”