Innovatiekracht van banken is groter dan het lijkt

14 oktober 2019 Banken.nl 5 min. leestijd
Meer nieuws over

Een veelgehoorde profetie is dat banken over een jaar of tien niet meer bestaan. De financiële wereld is tegen die tijd volledig overgenomen door grote tech-bedrijven en wendbare fintech-ondernemingen. Jurriaan Krielaart, Territory Director van MarkLogic, betoogt dat de wereld banken niet moet onderschatten en dat de innovatiekracht van banken groter is dan het lijkt. De financiële sector is namelijk zeer volwassen en gebouwd op een sterk onderling vertrouwen. 

Grofweg is de perceptie van financiële dienstverleners behoorlijk zwart-wit: ze zijn oud of nieuw. Traditionele banken worden gezien als conservatieve, trage organisaties die op hun lauweren rusten en net genoeg innoveren om hun bestaande klanten tevreden te houden. De jonge fintech-bedrijven aan de andere kant van het spectrum worden geassocieerd met snelheid en innovatie, vol enthousiasme en frisse nieuwe ideeën buiten de kaders van de status quo. Op basis van dit binaire wereldbeeld is er maar één conclusie mogelijk: traditionele banken gaan ten onder en de fintechs zullen op termijn een goedkoper en gebruiksvriendelijker financieel systeem ontwikkelen.

Systemen traditionele banken nog altijd relevant

Maar in hoeverre klopt dat beeld? Sommige fintechs zijn zeker disruptief. Neem Adyen als voorbeeld van eigen bodem. Dit in 2006 opgerichte betaalplatform is inmiddels het vlaggenschip van de Nederlandse fintech-wereld, dat door grote partijen als Facebook, Uber, Netflix, eBay en Spotify gebruikt wordt. Enkele maanden na de beursgang in 2018 was het bedrijf meer waard dan ABN AMRO en Deutsche Bank. Adyen is echter een uitzonderlijk groot succes in de Hollandse fintech, dat bovendien voor zijn dienstverlening nog steeds op de systemen van traditionele banken vertrouwt. En dat doen de meeste fintech-successen: ze kunnen niet functioneren zonder de financiële infrastructuur van de banken. 

Toch blijft de heersende en gepolariseerde perceptie van de financiële dienstensector in stand. Dit komt mede doordat het grote publiek vooral hoort over relatief eenvoudige consumentgerichte innovaties. Denk aan de huishoud-app Grip van ABN AMRO. Die levert nu misschien nog een relatief beperkte meerwaarde, maar op de achtergrond draait een complex systeem dat gebruikers onder de strenge PSD2-wetgeving financieel advies en inzicht geeft. En uiteindelijk moet het systeem zelfs uitgroeien tot een volwaardige digitale assistent die klanten proactief helpt bij al hun financiële zaken. Toch zijn zulke klantgerichte innovaties slechts het topje van de ijsberg. 

De grootschalige innovatie vindt elders bij de banken plaats, grotendeels achter de schermen en buiten het zicht van het grote publiek. Denk hierbij aan innovaties ten behoeve van de efficiëntie, zoals grootschalige databeheer- en integratieprojecten als basis voor een verbeterde klantenservice of geavanceerde fraudepreventie. Er zijn R&D-projecten met artificial intelligence die nu al waarde toevoegen door het analyseren van cijfers, documenten en foto’s te vergemakkelijken. Op termijn zal deze technologie, ingebed in de bestaande infrastructuur, nog veel grotere beloftes inlossen. Dergelijke projecten hebben een enorme potentie, maar zijn minder tastbaar en hebben daardoor minder allure. 

Ten slotte is het logisch om af te vragen welke rol in de financiële dienstverlening is weggelegd voor de grote techreuzen als Google, Apple, Amazon en Facebook. Apple Pay en Google Pay worden maar mondjesmaat gebruikt en zijn bovendien op het bestaande financiële systeem gebouwd. De aankondiging van Libra, de cryptogeldeenheid van Facebook, is in die zin veel distruptiever. Maar gaan we een bedrijf dat herhaaldelijk op de vingers is getikt vanwege privacy-overtredingen met onze financiën vertrouwen? Misschien voor kleine uitgaven, maar toch zeker niet voor substantiële bedragen. 

Concurrentie is goed en heeft effect

Hoe het ook zij, de opwinding rond fintech is helemaal terecht. Bedrijven in de financiële dienstverlening hebben lang genoeg slordige service kunnen leveren voor hoge tarieven. Concurrentie van disruptieve fintech-startups is daarom heel goed en heeft zijn effect. De banken werken echter op grote schaal aan structurele verbeteringen van het digitale fundament van ons financiële systeem. Die investeringen zijn noodzakelijk om financiële dienstverlening toekomstbestendig te maken en naar het volgende niveau te helpen. En laten we niet vergeten: de financiële markt is zeer volwassen, bijzonder streng gereguleerd, en gebouwd op een sterk onderling vertrouwen. Dat kunnen een paar fintech-bedrijven niet zomaar doorbreken. De heersende perceptie dat de traditionele banken niet genoeg innoveren en ten dode zijn opgeschreven kan dus wel wat nuancering gebruiken.