Kredietverlening aan getroffen ondernemers moet nog op gang komen
Ondernemersorganisaties zijn tot nu toe ontevreden over de kredietverstrekking door banken aan door de coronacrisis getroffen bedrijven. Ondernemers klagen over lange wachttijden, veel papierwerk, hoge kosten en te weinig persoonlijk contact. De abrupte uitbraak van de crisis vraagt veel van de operationele capaciteit van banken. Bovendien willen banken eerst vaststellen of een bedrijf in de kern gezond is, alvorens over te gaan tot het verstrekken van extra krediet.
“Dit is een hele goede steun in de rug voor veel mkb’ers die de banken hier geven. Chapeau! Hopelijk lukt het ook als het gaat om grotere kredieten waar dat nodig is. Maar een dikke pluim voor de banken en de toezichthouders die dit zo snel regelen”, aldus Jacco Vonhof – voorzitter van MKB Nederland – bij de presentatie van de noodmaatregelen vorige maand. Het aanvankelijke enthousiasme van Vonhof is echter als sneeuw voor de lentezon aan het verdwijnen. In gesprek met De Telegraaf uiten meerdere ondernemersorganisaties hun grieven over de banken.
Niet gezien of gehoord
Er zijn inmiddels zo’n 10.000 mkb’ers die zich bij een bankloket hebben gemeld. Vonhof hoort naar eigen zeggen teveel verhalen van ondernemers die zich niet gezien voelen en dat banken nu wel moeten gaan leveren. Zijn collega Hans Biesheuvel van ondernemend Nederland uit zich in soortgelijke bewoordingen en vreest dat bedrijven in problemen gaan komen met de uitbetaling van salarissen als er niet snel nieuwe liquiditeit beschikbaar komt.
Een veelgehoorde klacht van ondernemers is dat ze lang moeten wachten voor ze contact krijgen met iemand van een bank. Als het contact eenmaal is opgestart ervaren ze een gebrek aan vertrouwen en drempels die worden opgeworpen, bijvoorbeeld in de vorm van veel papierwerk en hoge kosten. Die signalen hebben inmiddels ook het ministerie van Economische Zaken bereikt. Deze week leveren de banken een eerste inventarisatie aan het ministerie met betrekking tot het aantal gehonoreerde aanvragen en zal blijken in welke mate dat aan de verwachtingen voldoet.
Aan het begin van de crisis gaven banken aan dat ze deze keer onderdeel van de oplossing zijn, in plaats van dat zij zelf het probleem vormen. Dat heeft vermoedelijk bij veel ondernemers geleid tot het idee dat ze bij wijze van spreken met twee muisklikken over nieuw krediet zouden kunnen beschikken. Ondanks de goede wil is de realiteit echter ook dat banken operationeel niet of nauwelijks voorbereid zijn op deze hausse aan kredietaanvragen.
Zoals elk bedrijf richt ook een bank zijn processen zo efficiënt mogelijk in, om tot een zo laag mogelijk tarief te kunnen komen dan wel zelf zo veel mogelijk winst te maken. Daarin zouden ondernemers zich als eerste moeten herkennen. Het verwijt dat de wachttijden momenteel lang zijn is op zichzelf begrijpelijk, maar ook een logisch gevolg van de huidige unieke situatie waarop niemand zich heeft kunnen voorbereiden. Kijk bijvoorbeeld naar de ziekenhuizen, waar zich acuut een tekort aan IC-bedden aandiende. Of het plotseling tekort aan mondkapjes, waar men die dingen in een normale situatie aan de straatstenen niet kwijtraakt. Maar wanneer hadden geweest is, is hebben te laat en moet men de situatie nemen zoals die nu is. Volgens organisatieadviseur Turner ligt een mogelijke oplossing in het hanteren van een startup-mentaliteit om specifiek de taak van kredietvoorziening goed uit te kunnen voeren in deze moeilijke tijden.
'We kunnen niet blind alles geven'
Topman Kees van Dijkhuizen van ABN AMRO erkent dat de kredietverlening beter kan. “Dat moet nog goed op gang komen”, zegt hij eveneens tegenover De Telegraaf. Hij wijst echter ook op de zorgplicht die van banken verwacht wordt. “We kunnen niet blind alles geven, want anders krijgen we het verwijt dat we de zorgplicht niet hebben nageleefd. We moeten dus een minimale controle doen.” Wat ‘minimaal’ is, dat is natuurlijk een kwestie van perspectief. Wat een bank vanuit een juridisch of vanuit een risk-oogpunt beschouwt als ‘minimaal’ kan voor een ondernemer al snel gezien worden als ‘veel papierwerk’.
Het is niet ondenkbaar dat menig ondernemer die het water vòòr de coronacrisis al aan de lippen stond zich ook meldt bij de bank voor extra krediet en gebruik wil maken van deze situatie. De banken hebben aangegeven dat ze het bedrijfsleven graag willen ondersteunen – iets waar ze natuurlijk zelf ook een belang bij hebben – maar het is alleszins logisch dat ze zich willen beperken tot in de kern gezonde bedrijven die ook na de crisis weer kunnen en zullen floreren.