Hans Stegeman over de beleggingsstrategie van Triodos Bank

24 april 2020 Banken.nl 9 min. leestijd

Welke beleggingen dragen bij aan een duurzamere wereld? Met die vraag houdt Hans Stegeman van Triodos Bank zich dagelijks bezig. Stegeman is Head of Investment Analysis and Economics en geeft richting aan het investeringsbeleid van Triodos Bank. Dat is niet eenvoudig, want er komen veel uitdagingen en dilemma’s om de hoek kijken en pas achteraf is altijd alles duidelijk. In de podcast Digital Waves van digitaal adviesbureau Node1 gaat Stegeman uitgebreid in op deze en meer vragen. 

De mensheid is al eeuwen bezig met technologische vooruitgang. Waar iemand 20.000 jaar geleden het mannetje was als hij beschikte over een speer met een vlijmscherpe vuurstenen punt gaat het tegenwoordig over smartphones, kunstmatige intelligentie of waterstof. “De rol van technologie in de economie is moeilijk te overschatten. Technologie bepaalt voor een groot deel onze welvaart”, steekt Stegeman van wel tegenover presentator Marcel Bamberg. 

“Technologie bepaalt of wij meer te besteden hebben, of wij als persoon productiever kunnen zijn, of misschien juist een andere keuze kunnen maken: minder werken dankzij technologie. Het bepaalt ook hoe we werken, het bepaalt voor een deel onze levensverwachting. Het bepaalt onze toekomst. ” 

Meest onbegrepen onderwerp

Economen begrijpen volgens Stegeman maar weinig van de rol van technologie binnen hun eigen vakgebied. “Het is het meest onbegrepen onderwerp in de economische wetenschap. Als je met meer mensen gaat werken kun je meer produceren. Als je het slimmer doet, dus met behulp van technologie, kun je ook meer produceren. Als economen kunnen we mensen tellen en we kunnen kapitaal berekenen. Maar technologische vooruitgang is eigenlijk de restpost van wat we berekenen in de geschiedenis.”

Om dat onbegrip te duiden wijst Stegeman op de opkomst van de grote databedrijven. Bedrijven die iedereen kent zoals Google en Amazon.”Bedrijven waarvan je ziet dat ze de ecostructuur veranderen en zulke gigantische winsten maken, terwijl de productiviteitsgroei in de rest van de economie alleen maar langzamer gaat. We hebben het vermoeden dat we als economen een deel gewoon niet meten. Want een deel betaal je tegenwoordig met je data, met je privacy. Dat meten we alleen niet in de productiviteitsstatistiek, dus dat missen we volledig.” Het is dan ook geen verrassing dat mensen als Larry Page en Sergey Brin van Google of Jeff Bezos van Amazon tot de rijksten op aarde behoren. Zij zagen dat klaarblijkelijk al in op een moment dat nog niemand anders het inzag, ook economen niet. 

Het zijn niet alleen economen voor wie technologie een raadsel is. Veelal lopen nieuwe uitvinden vooruit op de mogelijke toepassingen. Toen James Watt in 1769 de eerste moderne stoommachine ontwierp was allerminst duidelijk dat dat zou leiden tot bijvoorbeeld de trein. Er bestonden immers nog niet eens rails. Stegeman: “En als je rails hebt aangelegd moet iemand ook nog bedenken: misschien kunnen we wagonnetjes achter de locomotief hangen. Dan ben je inmiddels tientallen jaren verder.”

Kunstmatige intelligentie als nieuwe stoommachine

Is er momenteel een vorm van technologie waarvan we nu amper weten wat die voor ons kan betekenen? Ja, in de vorm van kunstmatige intelligentie. Velen experimenteren ermee, maar het is goed mogelijk dat amper een fractie van de toepassingen bewerkstelligd is. Hetzelfde kan gezegd worden van blockchain. 

“Op een gegeven moment kan het zo zijn – daar zijn natuurlijk al verschillende boeken over geschreven – dat die artificial intelligence slimmer wordt dan wij”, schetst Stegeman een beeld dat vaak onderwerp is in science-fiction. “Dat we algoritmen beslissingen laten nemen die we zelf niet meer snappen. Dat begint voor mij al heel dicht bij huis, bij financiële instellingen die algoritmen gebruiken om te bepalen of iemand wel of niet een lening krijgt. Als je wordt afgewezen en gaat vragen waarom – en de verantwoordelijke mens snapt het algoritme niet – dan is het ‘computer says no’. Dat is volgens mij een van de grootste uitdagingen, waar we nu al tegenaan lopen.”

Het probleem raakt volgens Stegeman aan de kern van de vraag die veel technologische vooruitgang oproept: “Worden we er uiteindelijk blij van als het die kant op gaat? Want dat weten we natuurlijk niet met technologische ontwikkelingen. Het is niet zo dat we exact kunnen bepalen welke kant dingen opgaan.” 

Vernietiging of verbetering?

Het meest extreme voorbeeld van bovengenoemde onzekerheid is vermoedelijk de atoombom. “The release of atom power has changed everything except our way of thinking… the solution to this problem lies in the heart of mankind. If only I had known, I should have become a watchmaker”, sprak Albert Einstein, wiens algemene relativiteitstheorie het atoomtijdperk inluidde. Hijzelf was echter niet de uitvinder van de atoombom. Die twijfelachtige eer komt ten goede aan J. Robert Oppenheimer. Ook hij realiseerde zich te laat wat hij had voortgebracht: “Now I am become Death, the destroyer of worlds”, citeerde hij een regel uit het oude hindoe-geschrift Bhagavad Gita om uiting te geven aan zijn gevoelens bij het zien van de vernietigingskracht van zijn uitvinding.

De wereld vecht momenteel vooral tegen de jarenlang opgestapelde gevolgen van een op het eerste oog vrij onschuldige uitvinding: de verbrandingsmotor.

Waar de atoombom tot de verbeelding spreekt vanwege de enorme vernietiging die hij in één klap teweegbrengt, vecht de wereld momenteel vooral tegen de jarenlang opgestapelde gevolgen van een op het eerste oog vrij onschuldige: de verbrandingsmotor. De grootschalige verbranding van fossiele brandstoffen is volgens significante groepen wetenschappers een van de belangrijkste oorzaken van de huidige opwarming van de aarde.

Investeerders die beleggen in fossiele brandstoffen en relevante bedrijven hebben al tientallen jaren enorme winsten geboekt. Geleidelijk aan is het beeld gekanteld dat die winsten op zichzelf ook een prijs hebben, maar wel eentje die erg moeilijk te kwantificeren is. Wat wel duidelijk is, is dat via beleggen invloed uit te oefenen is op de te varen koers. Simpelweg door te participeren in bedrijven die naast financieel rendement ook streven naar maatschappelijk rendement. En daar raakt het direct aan het werk van Stegeman. 

“Onze beleggingsstrategie gaat heel erg over: ‘Hoe krijgen we nou een duurzame wereld? In welke bedrijven moeten wij beleggen voor een transitie naar een duurzamere wereld?’”, legt hij uit. “Wat mijn team doet is het analyseren van de bedrijven waarin wij wel of niet willen beleggen. Wij worden gedwongen elke keer een beeld te vormen op allerlei gebieden: wat wordt nou de technologie van de toekomst waar wij voor onze klanten rendement op kunnen behalen, maar ook waarvan wij geloven dat hij bijdraagt aan de duurzaamheidstransitie?”

Duurzame dilemma’s

Terwijl vaak wordt aangenomen dat deze twee dingen – hoge rendementen en duurzaamheid – elkaar in de weg zitten, gaan ze volgens Stegeman vaak juist hand in hand: “We hebben afspraken gemaakt met de wereld in Parijs, we hebben duurzame ontwikkelingsdoelen, we hebben allemaal ambities waarvan heel de wereldgemeenschap – met uitzondering van een Amerikaanse president – zegt: ‘Dat willen we.’ Dan kun je ook als belegger zeggen: ‘Als het vrij zeker is dat we die kant opgaan, dan is het vrij dom om in iets anders te beleggen.’ Als we allemaal zeggen: de CO2-uitstoot moet omlaag, waarom zou je dan in de meest CO2-uitstotende bedrijfstak gaan beleggen? Dat is gewoon puur risicomanagement.”

Dat betekent niet dat het werk van Stegeman en zijn team makkelijk is: “Dilemma’s heb je altijd. Neem de food- en agrisector. Er komen steeds meer mensen bij, dus we weten dat er steeds meer voedsel moet worden geproduceerd. Maar we weten ook dat voedselproductie zorgt dat de grond verschraalt en de biodiversiteit wordt aangetast. Dan kun je zeggen: technologie is de oplossing. Technologie kan bijvoorbeeld zorgen voor hogere productie, betere zaden, vertical farming en genetische modificatie waarmee je gewassen zo aanpast dat ze resistenter zijn tegen bepaalde ziektes. Maar als je de gevolgen niet weet van die technologische ingrepen in gewassen, weet je ook niet of dat wel de meest verstandige oplossing is voor de toekomst.”

“We proberen echt ‘forward looking’ te beleggen”, geeft Stegeman aan. “We proberen te snappen wat de strategie is van een bedrijf. We hadden van de week een auto-onderdelenbedrijf dat nu vooral nog de ‘Fords’ van de wereld bedient, bedrijven die gewone verbrandingsmotoren produceren. Maar in hun strategie zeiden ze: ‘We willen veel meer naar electric vehicles. We willen echt een voorloper zijn in de transitie.’ En ze hadden daar ook de technologie voor. Dan zeggen we: ‘Oké dat is goed genoeg, dat is nu nog geen duurzaam bedrijf, maar die zijn er wel geloofwaardig mee bezig.”

"Het is hartstikke leuk die duurzame technologie, maar we willen ook dat het een duurzaam bedrijf is."

Ook nadat Triodos in een bedrijf belegt, houdt Stegemans team een vinger aan de pols: “Aan de andere kant hadden we Tesla, waar we echt veel vroeger in waren gestapt. Maar op een gegeven moment werd Tesla groot en hadden we wel vraagtekens. Bijvoorbeeld: ‘Waar halen ze het kobalt dat in de accu’s zit vandaan?’ We weten dat dat vaak uit conflictgebieden komt dus dan stellen we vragen. We stellen ook vragen over beloningsbeleid. Musk had zichzelf wel erg veel geld gegeven, dus dan vinden we het wel onze taak om die vragen te stellen. En als we dan geen antwoord krijgen zeggen we: ‘Het is hartstikke leuk die duurzame technologie, maar we willen ook dat het een duurzaam bedrijf is.’”

Makkelijk is het zeker niet – het beoordelen of een bedrijf al dan niet bijdraagt aan een betere wereld – maar Stegeman geniet erg van zijn werk: “Ik vind het wel heel mooi. Omdat onze klanten ons dit gunnen. Natuurlijk hebben ze ook wel vragen over het rendement – maar ze willen vooral weten: ‘Is dit duurzaam? Draagt het nou bij aan duurzaamheid?’ En dat is wel super gaaf: om te kunnen laten zien hoe je een duurzaam product kunt maken, voorop te lopen, met technologie bezig te zijn en daarin ook te kunnen laten zien dat het succesvol kan zijn.”