Rabobank en ABN AMRO lenen personeel uit aan Defensie
Het ministerie van Defensie lanceert een ‘uitleenloket’ voor technisch personeel. Het loket wordt beheerd door uitzendbureau Randstad en slaat een brug tussen Defensie en meer dan veertig Nederlandse bedrijven en instellingen, waaronder ook Rabobank en ABN AMRO.
Defensie wil via het loket personeel lenen, dat (tijdelijk) niet nodig is bij het eigen bedrijf. Het leger hoopt zo de oorlog tegen het langlopende personeelstekort te winnen. Momenteel heeft de krijgsmacht zo’n negenduizend – deels tijdelijks – functies openstaan. Vanwege de krapte op de arbeidsmarkt is het moeilijk om alle functies in te vullen, waardoor Defensie kwetsbaar is in tijden van rampspoed en internationale crises.
Vooralsnog richt het loket zich op technisch geschoold personeel, zoals monteurs en IT’ers. In de toekomst is het de bedoeling dat ook personeel uit andere vakgebieden uitgeleend kan worden. De bedrijven die meedoen met het uitleenproject noemen allen “het beschermen van de nationale en internationale veiligheid” als belangrijkste reden om de samenwerking aan te gaan.
Het uitleenloket bouwt voort op het idee van een ‘adaptieve krijgsmacht’: een leger dat flexibel kan opereren op de arbeidsmarkt en daardoor sneller kan opschalen als dat nodig is. Ook is het loket bedoeld als oplossing voor de strikte aanbestedingsregels waarmee Defensie als overheidsorganisatie te maken heeft. Bedrijven kunnen zo de tijdrovende aanbesteding omzeilen als ze tegen betaling personeel willen uitlenen aan het leger.
Win-win situatie
Volgens Hanno Goos, projectmanager bij de Hoofddirectie Personeel Defensie, levert het voor iedereen voordeel op, ook voor de uitgeleende techneut. “Je doet kennis en ervaring op in een bijzondere context. Zij kunnen werken aan hun persoonlijke en professionele ontwikkeling. Wij zijn geholpen met kennis die zij hebben en die wij hard nodig hebben. Het bedrijf krijgt weer iemand terug die een bepaalde ervaring heeft opgedaan. En mogelijk ook weer kennis van zaken die nuttig zijn voor de organisatie.”