Politiek positief over klimaatdoelstellingen financiële sector
Ministers Sigrid Kaag (Financiën) en Rob Jetten (Klimaat en Energie) hebben positief gereageerd op het verduurzamingsproces van de financiële sector. Tegelijkertijd laten de politici weten te willen kijken hoe eventuele wetgeving kan worden ingezet om het klimaatcommitment van de sector verder te ondersteunen.
Met de ondertekening van het klimaatcommitment in juli 2019 hebben 54 banken, pensioenfondsen, verzekeraars en vermogensbeheerders aangegeven mee te doen aan de uitvoering van het Klimaatakkoord van Parijs en het Nederlandse Klimaatakkoord.
De ondertekenaars spraken daarbij af dat zij uiterlijk in 2022 hun actieplannen inclusief reductiedoelstellingen voor 2030 zouden bekendmaken. Uit de KPMG-voortgangsrapportage zou blijken dat het grootste deel van de deelnemers zich aan die afspraken heeft gehouden.
De politici concluderen dan ook dat de actiebereidheid van de financiële sector groot blijkt, al kan het altijd beter. Om die reden willen Kaag en Jetten verkennen hoe eventuele wetgeving kan worden ingezet om het proces te ondersteunen.
Daarnaast stellen de ministers dat de transitie een versnelling kan gebruiken, de verschillen tussen actieplannen soms groot zijn én dat acties vaak concreter geformuleerd moeten worden.
Juiste randvoorwaarden
“De financiële sector heeft grote ambities laten zien en dat verdient een pluim”, legt Kaag uit. “Om de bijdrage van de sector te vergroten wil ik samen met de sector verkennen hoe eventuele wetgeving kan bijdragen aan het versterken van hun bijdrage aan de duurzame transitie.”
Dit moet volgens de minister van Financiën het goede initiatief van de sector niet alleen bekrachtigen, maar ook de lat tussen voorlopers en achterblijvers op een hoog ambitieniveau gelijktrekken.
“Klimaatverandering is de uitdaging voor onze generatie en vraagt een bijdrage van alle sectoren van de economie”, vult Jetten zijn collega aan. “Het doel van het kabinet is tenminste 55% CO2-reductie in 2030 en klimaatneutraliteit in 2050. Het kabinet creëert hiervoor de juiste randvoorwaarden met een optimale mix van normeren, beprijzen en subsidiëren.”
Politieke opties
Mogelijke wettelijke instrumenten waar Kaag en Jetten aan denken zijn een inspanningsverplichting om financieringen en beleggingen in lijn te brengen met de doelstellingen van het Parijsakkoord, een verplichting om een (concreet) klimaatplan op te stellen en een uitbreiding van de wettelijke eisen om een betrokkenheidsbeleid (engagement) te voeren.
De politici benadrukken echter dat de voorbeelden slechts denkrichtingen zijn, en dat verdere inbreng vanuit alle stakeholders gewenst is. De centrale vraag dient hierbij te zijn wat voor wetgeving het meest effectief is om de financiële sector versneld te helpen met het in lijn brengen van hun portefeuilles met de doelen van Parijs.