NVB lanceert ‘Samen sneller verduurzamen’
“Doorzettingsvermogen en geld op de juiste plekken.” Het is het antwoord van natuurdocumentairemaker David Attenborough als hem gevraagd wordt wat er nodig is om de draai naar een beter klimaatbeleid te maken. Het antwoord illustreert de cruciale rol van de financiële sector in het proces. Immers, als financier van het bedrijfsleven bepalen banken grotendeels waar geld wel én niet naartoe gaat.
De financiële sector is zich bewust van zijn rol in het verduurzamingsproces. In 2019 ondertekenden 52 financiële instellingen en 4 brancheverenigingen het Klimaatcommitment, waarin afgesproken werd de doelstellingen zoals gesteld in het Parijsakkoord en het Nederlandse Klimaatakkoord (in 2030 een reductie realiseren van 49% van de CO2-uitstoot ten opzichte van 1990) behaald kunnen worden.
Om dat proces te ondersteunen heeft de Nederlandse Vereniging van Banken onlangs het platform ‘Samen sneller verduurzamen’ gelanceerd. Op het platform wordt niet alleen uitgelegd waar de financiële sector momenteel staat in het verduurzamingsproces, maar ook hoe de sector de gedeeltelijke verantwoordelijk ziet.
Want de NVB – en de financiële sector an sich – erkent dat er bij de verduurzaming van de samenleving meer snelheid gemaakt moet worden. En om daarin te slagen is er een soort ‘trias politca’ nodig – een driehoeksverband, waarin de overheid, de bancaire sector én het bedrijfsleven intensief samenwerken.
Driehoek
Zo legt de branchevereniging uit dat het financieren van de transitie om risicovollere investeringen vraagt. Het is volgens de NVB aan de overheid om die risico’s zo goed mogelijk te mitigeren. Middels het inzetten van specifieke instrumenten zouden beleidsbepalers onzekerheden weg kunnen nemen.
Denk hierbij bijvoorbeeld aan wettelijker kaders (het verplichten van energielabel C voor kantoorgebouwen), het instellen van het Europese CO2-emmissiesysteem en het opschalen van duurzame innovaties (bijvoorbeeld door windmolenparken te subsidiëren).
Tegelijkertijd verwacht de bancaire sector van het bedrijfsleven dat zij duurzame producten en diensten ontwikkelen. Daarbij zou het niet alleen moeten gaan om de eigen CO2-uitstoot te beperken, maar ook om de invloed te gebruiken om de bedrijfsvoering van ketenpartners te verduurzamen.
Het is vervolgens aan de banken om – gebaseerd op duurzaamheidsaspecten – wel of niet in bedrijven of producten te investeren. De NVB legt uit dat banken daarbij altijd een risico-afweging dienen te maken om zelf ‘gezond’ te blijven.
Scherpe keuzes
En in dit proces moeten scherpe keuzes gemaakt worden. Er dient volgens de NVB bijvoorbeeld anders gekeken te worden naar rendement. De branchevereniging legt uit dat een duurzame startup langer de tijd nodig heeft om winstgevend te worden, waardoor ze lastig te financieren zijn. Wel zouden juist dit soort bedrijven veel potentie hebben.
Een andere belangrijke keuze omhelst de woningmarkt. Banken kunnen ervoor kiezen om alleen hypotheken te verstrekken voor woningen met energielabel A tot en met D. Veel woningen in Nederland zijn echter slecht geïsoleerd. Als burgers voor woningen met energielabel E, F of G geen hypotheek meer zouden kunnen krijgen, zou de situatie op de woningmarkt nog nijpender worden.
De definitie van duurzaam, het tempo van de transitie en het behoud van een gelijk speelveld vormen de overige hoofdbrekens. De NVB erkent dat het lastige vraagstukken zijn. “Dat kunnen soms pijnlijke keuzes zijn, die iedereen raken. Daarom moeten we die keuzes samen maken.”