Winstgroei ING zet ook in tweede kwartaal door
De opgelopen rente legt ING geen windeieren; de oranjebank heeft het tweede kwartaal afgesloten met een winst van €2,16 miljard. De winst is bijna een verdubbeling (+83%) ten opzichte van dezelfde periode een jaar geleden. Destijds kwam de winst uit op €1,18 miljard.
De hoge winst van ING heeft alles te maken met het huidige rentebeleid van de Europese Centrale Bank. In de strijd tegen de hoge inflatie is men vorig jaar begonnen met het opvoeren van de rente. En die hogere rente is terug te zien in de hogere krediet- en hypotheekrente. In andere woorden; banken verdienen een stuk meer met het verstrekken van hypotheken en kredieten.
Aan de andere kant van de medaille stijgt de rente op spaargelden ook, al gaat dat een stuk langzamer. Zo staat de spaarrente bij ING momenteel op 1,25% – ruim een jaar geleden hanteerde de bank nog een negatieve rente voor vermogende spaarders. Hoewel andere banken een hogere spaarrente aanbieden, nam het spaargeld bij ING toe tot €17 miljard.
De bank wist niet alleen meer geld te verdienen, maar trok ook meer klanten aan. Zo nam het aantal primaire klanten toe met 227.000. Tegelijkertijd namen een aantal belangrijke kostenkosten behoorlijk af. Zo daalden de toezichtkosten van €214 miljoen naar €91 miljoen, vooral vanwege het wegvallen van een eenmalige bijdrage aan de Poolse stroppenpot voor hypotheken.
Al met al hebben de resultaten een positief effect op de kostenstructuur van de bank. Zo geeft ING momenteel 45,6 cent uit om een euro te verdienen, een jaar geleden was dat nog 58,5 cent.
Uiteraard is Steven van Rijswijk verheugd met de resultaten maar houdt wel een vinger aan de pols. Zo waarschuwt de ING-CEO tegenover het Financieele Dagblad voor de risico’s die nog altijd boven de markt hangen. “De geopolitieke spanning houdt aan, er is hoge inflatie en de economische groei loopt terug. Het is aan overheidssteun te danken dat de economische activiteit nog altijd hoog is.”
“We zien wel onzekerheden in de markt”, vult Chief Risk Officer Ljiljana Čortan in hetzelfde interview aan. “Maar die zijn kleiner dan verwacht. We hebben onze risico's goed onder controle.'
