Tweede Kamer akkoord met verbod op contante betalingen boven €3.000
De Tweede Kamer heeft ingestemd met een wet die contante betalingen boven de €3000 verbiedt. Het voorstel, dat nog goedkeuring van de Eerste Kamer vereist, moet witwassen moeilijker maken.
Met het verbod wordt de drempel voor illegale geldstromen via contant geld aanzienlijk verlaagd, wat een belangrijke stap is in de strijd tegen financiële criminaliteit. Tot nu toe gold er alleen een meldplicht bij contante betalingen vanaf €10.000, maar met de nieuwe wet gaat de grens flink omlaag.
Dit zou volgens het kabinet een directe impact hebben op witwaspraktijken, waarbij vaak grote bedragen contant worden betaald. Als het voorstel door de Eerste Kamer is kunnen verkopers van goederen bedragen boven de €3.000 simpelweg niet meer accepteren.
Ondertussen was er tegenstand van NSC, dat voorstelde de grens van het verbod te houden op €10.000. Dat bedrag sluit aan bij de Europese limiet voor contante betalingen. NSC kreeg hierbij echter geen steun van coalitiepartij VVD en een groot deel van de oppositie. Zij gaven de voorkeur aan het kabinetstandpunt, waarbij €3.000 als maximum wordt gehanteerd.
Voorafgaande discussies
Het recente debat over witwasbestrijding in de Tweede Kamer, waarin ook gesproken werd over de €3.000-limiet, heeft zorgde eerder al voor verdeeldheid binnen de coalitie.
Meerdere partijen drongen erop aan om haast te maken met het verbod, mede omdat er Europese belangen op het spel staan. Nederland loopt namelijk het risico honderden miljoenen euro’s uit het coronaherstelfonds mis te lopen als de wet niet snel wordt ingevoerd.
Minister Steven van Weyenberg (D66) waarschuwde destijds dat de deadline van 31 maart voor de invoering van het verbod cruciaal is om in aanmerking te blijven komen voor deze gelden.
Samenhang met Europese regels
Dit nieuwe wetsvoorstel sluit aan bij bredere Europese antiwitwasmaatregelen. In de Europese Unie geldt een maximum van €10.000 voor contante betalingen, maar Nederland kiest er bewust voor om een strengere norm te hanteren.
Hoewel dit mogelijk druk zet op de Nederlandse economie, is het kabinet ervan overtuigd dat deze aanpak nodig is om financiële criminaliteit effectief te bestrijden.