UU en AFM onderzoeken samen psychologie van toezicht
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) is een samenwerking gestart met de Universiteit Utrecht (UU). Jaarlijks zullen psychologiestudenten van de universiteit afstudeeronderzoeken uitvoeren bij de AFM. Bovendien zijn twee UU-medewerkers deeltijd bij de AFM in dienst getreden. De samenwerking zal leiden tot nieuwe kennis op het gebied van de psychologie van toezicht.
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft onlangs een nieuw Expertise Centrum opgezet, gericht op het vernieuwen van haar methoden en expertise op onder meer het gebied van gedrag en cultuur. Om deze expertise aan te vullen heeft de AFM een samenwerking gesloten met de Universiteit Utrecht (UU). Mede-initiator Naomi Ellemers, Universiteitshoogleraar aan de UU, legt uit: “Gedrags- en cultuuronderzoekers van het nieuwe Expertise Centrum van de AFM en onze sociale- en organisatiepsychologen gaan wetenschappelijk onderzoek en onderwijs in de sociale- en organisatie-psychologie verbinden met de praktijk van toezichthouden.” AFM-bestuurslid Femke de Vries voegt toe: “De expertise die de Universiteit Utrecht op dit gebied heeft, met name vanuit de psychologie, is zeer welkom.”
Een uniek onderdeel van de samenwerking is dat UU-medewerkers Elianne van Steenbergen en Tessa Coffeng (promovenda) deeltijd in dienst zijn getreden bij de AFM. Coffeng zal als onderdeel van de samenwerking haar promotieonderzoek uitvoeren bij de AFM, met als onderwerp bias in oordeelsvorming. Bovendien zullen in het kader van de samenwerkingsovereenkomst jaarlijks psychologiestudenten van de Universiteit Utrecht afstudeeropdrachten doen bij AFM. Zij zullen onder meer onderzoek gaan doen naar het toetsen van integriteit en ethisch klimaat, en de effectiviteit van toezichtmethodieken en communicatie-uitingen.
Volgens de samenwerkingspartners is het beroep van toezichthouder een relevant beroepsperspectief voor afgestudeerde psychologen van de Utrechtse universiteit. “Het toezicht houden op gedrag en cultuur biedt een belangrijke toepassing, en het is een interessant praktijkveld voor wetenschappelijk onderzoek”, aldus Ellemers. De Vries voegt toe: “De activiteiten vanuit de Universiteit Utrecht in het kader van de samenwerking met de AFM zullen niets te maken hebben met de beoordeling van individuele ondernemingen die onder toezicht staan bij de AFM.”