“De economie en het financiële systeem hebben de gevolgen van de oorlog in Oekraïne tot nu toe goed doorstaan”, concludeert het Financieel Stabiliteitscomité (FCS). Wel waarschuwt men dat de risico’s voor financiële stabiliteit door de onzekerheden toenemen. Het zou daarom van belang zijn dat financiële markten zich goed aanpassen aan een afkoeling van de conjunctuur en aan de huidige stijging van de inflatie en de rente.
In het Financieel Stabiliteitscomité spreken vertegenwoordigers van de Autoriteit Financiële Markten, De Nederlandsche Bank en het ministerie van Financiën over ontwikkelingen op het gebied van de stabiliteit van het Nederlandse financiële stelsel. Het Centraal Planbureau neemt als externe deskundige deel aan de vergaderingen. Het FSC besprak niet alleen de financiële stabiliteit van de Nederlandse economie, ook de ontwikkelingen op de cryptomarkten en toenemende cyberrisico’s passeerden de revue.
Contracyclische kapitaalbuffer
De oorlog in Oekraïne leidt – naast verschrikkelijke humanitaire gevolgen – ook tot economische en financiële onzekerheden. Het Comité stelt echter dat de gevolgen van de oorlog voor de economische groei tot nu bepekt zijn gebleven en dat het financiële systeem zich weerbaar heeft getoond. Het comité houdt er desondanks rekening mee dat er scenario’s bestaan waarin de situatie behoorlijk kan verslechteren. Daarnaast zorgt de flinke stijging in grondstoffen- en energieprijzen voor een sterke oploop van de inflatie.
Een afzwakking van de conjunctuur zal de huidige spanningen in de economie (waaronder krapte op de huizenmarkt en arbeidsmarkt) kunnen verminderen. Het is volgens het comité van belang dat dit proces zonder grote schokken verloopt. Ook moeten financiële markten zich aanpassen aan de hogere inflatie, de stijging van de rente en de door de ECB aangekondigde normalisatie van het monetair beleid. Tot slot kunnen oplopende financieringskosten op termijn de schuldpositie van bedrijven, huishoudens én overheden onder druk zetten.
Het comité adviseert dan ook dat banken voldoende buffers opbouwen om onverwachte, cyclische systeemrisico’s op te vangen. DNB heeft daarom aangekondigd de contracyclische kapitaalbuffer (CCvB) te activeren. Onder voorbehoud dat het risicobeeld niet flink verandert, zal op 25 mei 2023 een CCvB-eis van 1% van kracht zijn. De toezichthouder hoopt middels de activatie de weerbaarheid van banken te vergroten, door extra geld opzij te laten zetten in tijden van hoogconjunctuur.
Crypto-regulering
“De recente onrust op cryptomarkten heeft laten zien dat koersen fors kunnen schommelen en dat niet alle partijen even betrouwbaar zijn”, vervolgt het Comité. Het FSC stelt dat de toenemende populariteit va crypto’s ook risico’s met zich meebrengt ten opzichte van de financiële stabiliteit. Het comité benadrukt daarom dat vergelijkbare activiteiten in het financiële systeem met vergelijkbare risico’s op eenzelfde wijze moeten worden gereguleerd. Met name aspecten ten aanzien van transparantie, governance en bedrijfsvoering zouden onvoldoende op de radar staan bij toezichthouders.
Met de Europese verordening die in voorbereiding is – de Markets in Crypto-assets Regulation (MiCAR) wordt volgens het comité een belangrijke eerste stap gezet in het reguleren van cryptomarkten. Hoewel de verordening noodzakelijke en minimale vereisten bevat, waarschuwt men wel dat het niet alle onderliggende risico’s en onzekerheden weg kan nemen.
Stresstest
Tot slot legt het comité uit dat DNB en de AFM de afgelopen jaren veel aandacht hebben besteed aan cyberrisico’s. In aanvulling daarop heeft DNB een stresstest ontwikkeld om een beter inzicht te verkrijgen in de risico’s van cyberaanvallen voor het financiële systeem als geheel. Daarbij is er gekeken naar twee verschillende scenario’s: één waarbij zich een operationele verstoring van het interbancaire betalingssysteem voordoet en één waarbij sprake is van een sterke liquiditeitsuitstroom als gevolg van een verlies van vertrouwen.
Deze studie verschaft volgens het comité belangrijke eerste inzichten om na te denken over het monitoren van macroprudentiële risico’s en beleid om deze te beheersen. “Het FSC steunt het ontwikkelen van een systeembreed perspectief en constateert dat dit ook internationaal nog nadrukkelijk op de agenda moet worden gezet”, besluit het comité.