ABN AMRO onderzoekt invloed corona op verschillende sectoren
De corona-uitbraak heeft een dramatische uitwerking op de mondiale economie. Toch kunnen de verschillen per sector wel sterk verschillen. Economen van ABN AMRO onderzochten welke sectoren in de Nederlandse economie het sterkst getroffen worden. Met name leisure, industrie en retail moeten rekening houden met economisch noodweer.
Economen van ABN AMRO proberen in een nieuwe analyse de economische impact van het coronavirus op de belangrijkste sectoren van de Nederlandse economie in kaart te brengen. Daarbij gaan ze uit van het scenario waarin de ‘intelligente lockdown’ zoals we die nu hebben twee maanden duurt om vervolgens stapsgewijs te worden afgebouwd. Met dat scenario als achtergrond verwachten ze een krimp van 3,8% voor de Nederlandse economie.
'Nieuw normaal'
Bedrijven, ondernemers en zakelijk adviseurs zullen snel moeten improviseren om de nieuwe realiteit het hoofd te bieden en andere manieren moeten verzinnen waarop ze werken met hun klanten, leveranciers en eigen medewerkers. Het ‘nieuwe normaal’ van de anderhalvemetereconomie brengt bovendien extra kosten met zich mee in de vorm van bijvoorbeeld een nieuwe inrichting, overal plexiglas en een strenger schoonmaakregime.
De vrijetijdsbranche krijgt naar verwachting de grootste dreun te verwerken, met een krimp van tenminste 25%. Dat is ook niet heel opmerkelijk, gezien het feit dat bijna iedereen momenteel noodgedwongen aan huis gekluisterd is. De retail valt met 8% krimp eveneens flink terug, al zal de gestegen verkoop van e-commerce ervoor zorgen dat dat percentage niet nog lager uitvalt. Voor de zakelijke dienstverlening wordt 4% krimp voorzien, en daarna nog een bescheiden krimp van minder dan 1% in 2021. Pas in 2022 kunnen zakelijke adviseurs zich volgens ABN AMRO weer opmaken voor groei.
Meerdere trends
Wat betreft de zakelijke dienstverlening, daar liggen meerdere trends aan de basis van de krimp. In de eerste plaats zijn verschillende eindmarkten grotendeels ingestort. Naast de vrijetijdssector geldt dat bijvoorbeeld ook voor de horeca. Ook grote corporates als KLM en Shell hebben plotseling veel minder consultants en externe krachten rondlopen nu zij de meeste non-strategische veranderprogramma’s (al dan niet tijdelijk) hebben stilgelegd.
Ten tweede is daar de flexibele schil. Traditiegetrouw wordt deze snel afgebouwd in tijden van vraaguitval. Naast de flexkrachten zelf, raakt dit natuurlijk ook de aanbieders van externe adviesdiensten – van accountants die financieel advies bieden tot consultants die transformaties begeleiden en ingenieurs die grote infrastructuurprojecten ondersteunen. Hetzelfde geldt voor de flexibele arbeid, zodat ook intermediairs en zzp-bemiddelaars getroffen worden.
Toch kan het als licht positief worden gezien dat de zakelijke dienstverlening relatief weinig lijdt onder de anderhalvemetereconomie. omdat de branche al behoorlijk bekend is met digitaal en op afstand werken. Zowel organisatieadviseurs, advocaten als accountants kunnen klanten bovendien adviseren bij de implementatie van de maatregelen die andere sectoren hiervoor moeten nemen. Voor andere segmenten binnen de zakelijke dienstverlening, denk aan de uitzendbureaus en facility management, is dit echter een stuk lastiger.