Leaders in Finance: In gesprek met DNB-directielid Olaf Sleijpen

03 september 2020 Banken.nl 13 min. leestijd

In zijn wekelijkse podcastserie Leaders in Finance spreekt Jeroen Broekema met tal van leiders in het financiële domein. Vandaag te gast: Olaf Sleijpen, directielid bij De Nederlandsche Bank en Directeur Monetaire Zaken en tevens hoogleraar European Economic Policy aan de Universiteit van Maastricht.

Olaf Sleijpen (50) ademt economie. Nadat hij cum laude zijn studie economie afrondde, begon zijn werkzame leven bij DNB. Ondertussen vervolgde hij zijn academische carrière als promovendus. In 1999 leverde hij zijn proefschrift af, getiteld ‘Does Monetary Union require a Fiscal Union? Some Evidence from the United States’.

Van 2004 tot 2011 werkte Sleijpen in diverse managementfuncties bij pensioenfonds ABP en pensioenuitvoerder APG. Ook was hij adviseur van Wim Duisenberg ten tijde van zijn presidentschap van de Europese Centrale bank. In 2011 keerde hij terug naar DNB, waar hij begin dit jaar toetrad tot de directie. Daar is hij verantwoordelijk voor uiteenlopende aandachtsgebieden: economisch beleid en onderzoek, financiële stabiliteit, financiële markten, betalingsverkeer & marktinfrastructuur, chartaal betalingsverkeer en statistiek.

In gesprek met Jeroen Broekema vertelt Sleijpen over diverse actuele thema’s, zoals het verdwijnen van chartaal geld, klimaatverandering en – hoe kan het ook anders – de coronacrisis.In gesprek met DNB-directielid Olaf SleijpenOm maar met de deur in huis te vallen, trapt Broekema de podcast meteen af met dit allesbeheersende onderwerp: “Ik vond het artikel in het NRC laatst met de titel ‘Corona is een meteoriet, klimaatverandering een botsing tussen planeten’ erg tot de verbeelding spreken. Kan je iets meer toelichten wat je daarmee bedoelt?”

Sleijpen: “Ja, dat kan ik zeker! We zijn natuurlijk nu erg bezig met het bestrijden van de coronacrisis, economisch – met name waar wij mee bezig zijn – maar natuurlijk ook medisch. De kranten staan er vol mee, het gaat nergens anders meer over. Het gaat inmiddels ook zo ver dat ik ‘s ochtends denk – terwijl ik een trouwe fan ben van de radio – ‘ik stop ermee, want het gaat alleen maar over corona hier en corona daar’.”

“Terwijl we tegelijkertijd natuurlijk ook te maken hebben met andere dingen”, benadrukt hij. “Dan moet ik even een stapje terugzetten, want corona is ons overkomen, in zekere zin.” Volgens de Directeur Monetaire Zaken is de huidige crisis niet te vergelijken met de financiële crisis van 2008: “Deze crisis is ook heel anders en voelt ook heel anders dan de financiële crisis waarvan de oorzaak echt in het financiële stelsel lag en de economie. Dat is hier absoluut niet zo.”

Corona overschaduwt klimaatverandering

De coronacrisis, hoe verschrikkelijk en impactvol ook, heeft volgens Sleijpen andere wereldwijde uitdagingen overschaduwd. “Tegelijkertijd was er ook nog die andere crisis waar we voor corona heel erg met elkaar over spraken. Dat is inderdaad klimaatverandering en wat dat doet voor de economie en wat dat doet voor financiële instellingen. Dat schijnt een beetje op de achtergrond geraakt te zijn. Wij zeggen: ‘dat moet niet’. Sterker nog: je moet deze crisis en ook de herstelmaatregelen die we willen inzetten ook juist gebruiken om weer iets aan die klimaatverandering te doen.”

“Eigenlijk is dat vele malen groter en veel impactvoller dan corona. Vandaar dus die vergelijking: corona is ons overkomen, dat is die meteoriet die ingeslagen is waarvan we wisten dat het een keer zou kunnen gebeuren. Klimaatverandering zien we aankomen, we zitten op die ramkoers. Die is veel groter qua impact, want dan botst de aarde tegen een andere planeet aan, met hele grote consequenties: sociaal, politiek, maar dus ook economisch.”

Hierop inhakend, vraagt Broekema of de Nederlandse samenleving wel beseft men hoe zorgwekkend dit is. Sleijpen: “Alles is relatief, zeg ik altijd. Als je dingen gaat vergelijken of als je de ‘mood’ gaat vergelijken op dit punt met tien jaar geleden, dan is het echt wel veranderd. Milieu en klimaat is een hot politiek onderwerp geworden, dat was het tien jaar geleden nauwelijks. Je ziet ook dat economen bezig zijn met climate economics. Tien jaar geleden nauwelijks, dan had je een handjevol mensen die daarmee bezig waren. Je ziet ook hoe financiële instellingen zich gaan opstellen zijn, dat is enorm veranderd.”

Maar ook de bewustwording onder burgers ten aanzien van klimaatverandering groeit. “Mensen zijn ermee bezig, mensen zijn er zich bewust van”, vertelt Sleijpen. “Een deel van de bevolking maakt ook hele bewuste afwegingen van ‘Zou ik dat wel doen? Hoe gunstig is dat? Hoe goed is dat voor het milieu of klimaat?’ Dat is het goede nieuws.”

Impact klimaatverandering onderschat

De mogelijk enorme impact van klimaatverandering op vooral de langere termijn, daar is echter nog niet iedereen zich voldoende bewust van, stelt Sleijpen: “Zijn we er al? Is er met name al dat besef dat de impact straks weleens heel groot zou kunnen zijn van een gemiddelde stijging van de temperatuur die op het eerste gezicht vrij beperkt lijkt en wat dat allemaal los kan maken? Ik denk dat we ons dat nog onvoldoende realiseren.”

De reden is volgens hem tweeledig: “Dat heeft deels te maken met het feit dat het voor mensen heel erg ingewikkeld is om vooruit te denken naar iets wat over 10-20-30 jaar zich gaat voordoen. Mensen kijken vijf jaar vooruit, daar zijn ook onderzoeken naar gedaan, en daar houdt het al op. Het maakt het ook psychologisch heel moeilijk om je daarbij iets voor te stellen. Dus ik denk dat er nog wel wat moet gebeuren op dat vlak.”

Klimaatverandering is een onderwerp dat links- of rechtsom een enorme weerslag heeft op het wereldwijde financiële stelstel. Broekema stelt dan ook dat hij het logisch vindt dat De Nederlandsche Bank uitspraken doet over dit onderwerp. “Uiteindelijk, als hoedster van de financiële stabiliteit, is dit (klimaatverandering, red.) natuurlijk een potentiële ondermijner daarvan…Maar waar ligt die grens precies? Waar kan De Nederlandsche Bank zich verder mee over uitlaten?”, legt Broekema de DNB-directeur de vraag voor. “Terrorisme kan ook ondermijnend werken voor het financiële systeem of cyber aanvallen, en zo kan ik nog een hele range van onderwerpen noemen. Waar legt DNB de grens?”

Sleijpen vertelt hoe DNB zich ook bezighoudt met cyberterrorisme, vanuit de toezichthoudende rol van de centrale bank, maar nuanceert tegelijkertijd de scope van onderwerpen waar DNB zich over uit: “Wij doen geen uitspraken en wij doen geen inschattingen over ‘wat zijn de bronnen van dat cyberterrorisme?’ en ‘hoe ga je dat in de kern aanpakken?’ Feit is wel dat een onderwerp als (cyber)terrorisme zeker een impact heeft op het financiële domein en volgens Sleijpen dienen financiële instellingen en misschien ook nationale infrastructuren zich daarop voor te bereiden. “Dat is iets waar wij uitspraken over doen.”

“We hebben ook de nodige mensen in huis die daar dagelijks mee bezig zijn”, voegt hij toe. “Dus ik denk wat dat betreft; ons werk is om bezig te zijn met risico’s en het identificeren van risico’s, het mitigeren van risico’s wanneer we dat zelf kunnen doen of anderen ertoe aanzetten om die risico’s te mitigeren.”

Sommige van die risico’s liggen voor de gemiddelde econoom heel dicht bij huis, vervolgt Sleijpen: “Als je het hebt over marktrisico of kredietrisico bij een bank, dan weet iedereen waar je het over hebt. Operationeel risico begrijpen we ook nog wel, maar cyber is een ander soort risico. Risico’s veranderen ook door de tijd en klimaatverandering moet je eigenlijk ook zo zien. Dat is een risico dat zich kan manifesteren – en eigenlijk al aan het manifesteren is – dat invloed heeft op financiële instellingen, met risico’s die zij weer lopen, maar ook hoe een economie gestructureerd is.”

Risico’s in kaart brengen en aanbevelingen doen

Bovengenoemde zaken zijn dingen waarop gewezen wordt door DNB, dat daarnaast de risico’s in kaart probeert te brengen. “We komen met beleidsaanbevelingen of in het toezicht met dwingende adviezen of misschien nog wel verder”, licht Sleijpen toe. “Zodat, als het nodig is, instellingen ook hun beleid aanpassen. Dus het komt heel sterk voort uit het perspectief van ‘hebben we hier te maken met een risico?’ Dat raakt inderdaad onze belangrijkste taak: het bewaken van financiële stabiliteit. Dat is het perspectief dat we nemen. Iedereen denkt dan vaak aan hele zuivere economische variabelen, maar zoals ik al zei is het veel breder dan dat.”

Broekema reageert: “Ik kan me voorstellen dat jullie onafhankelijkheid extreem belangrijk is. Om een beetje terug te komen op de vorige vraag, is het soms een balanceer-act tussen ‘hoe politiek wil ik worden/hoe erg wil ik onafhankelijk blijven?’”

“Ik denk dat het wel meevalt”, antwoordt Sleijpen. “Ik denk dat wij wel een redelijk besef hebben en ook de mensen die hier werken: wat is des politieks en wat is onze rol? Wij gaan niet voorschrijven of überhaupt op de één of andere manier ons uitlaten over hoe allerlei klimaatregelingen in elkaar moeten zitten. Ook of het gebeurt. Wij kunnen weliswaar zeggen: ‘Wij vinden dat er iets moet gebeuren’, maar uiteindelijk is het aan de politiek. We leven in een democratisch land om daar besluiten over te nemen. Dat onderscheid is voor ons in ieder geval heel helder.”

“We komen met beleidsaanbevelingen of in het toezicht met dwingende adviezen of misschien nog wel verder. Zodat, als het nodig is, instellingen ook hun beleid aanpassen.”

Het einde van chartaal geld?

Broekema en Sleijpen wisselen van onderwerp om het te hebben over de discussies over het al dan niet blijven voortbestaan van fysiek (chartaal) geld. Broekema: “Dat is een onderdeel van jouw grotere portefeuille. Hoe schat je dat in, in de toekomst? Waar gaat het naartoe?” Sleijpen: “Ik weet het niet. Ik denk dat er wel een moment komt dat er geen fysiek geld meer zal zijn. Maar ik weet niet wanneer dat komt en ik weet ook dat het nu nog zal moeten komen, omdat we daar nu nog niet zijn. Omdat we geen alternatief hebben.”

Sleijpen wijst op het feit dat er nog altijd een groep in de bevolking bestaat die niet zo gedigitaliseerd is dat ze alles giraal of digitaal kan betalen. “Dat zijn niet alleen ouderen. Er zijn ook ouderen die heel digitaal zijn. Het zijn ook vaak mensen die laaggeletterd zijn. Dus daar moet je echt een oplossing voor vinden. Dat wil niet zeggen dat je daarvoor altijd fysiek geld moet hebben, maar daar moet je wel aandacht voor hebben”, zegt de DNB-directeur.

Kijkend naar de toekomst van fysiek geld, legt Sleijpen ook de link met cybercrime: “Als er morgen een hele grote – lees: blijvende – uitval is van het betalingsverkeer…dan zijn bankbiljetten en munten een terugvaloptie. Dan komt de economie ook redelijk tot stilstand, maar dan kun je in ieder geval nog gewoon je boodschappen doen.”

Volgens de DNB-directeur beschikken we vooralsnog niet over een geschikt alternatief, terwijl financiële instellingen daarover wel aan het nadenken zijn: “Maar tot dat moment er komt – en dat gaat nog wel even duren – moet je wel een infrastructuur hebben voor bankbiljetten en munten die voldoende is om ervoor te zorgen dat mensen nog steeds met bankbiljetten kunnen betalen.”

Op de vraag van Broekema of hij zelf nog met bankbiljetten betaalt, zegt Sleijpen: “Steeds minder.” Broekema: “En met je telefoon?” Sleijpen: “Het meeste doe ik gewoon via de pinpas. Ik merk ook dat ik steeds minder vaak contant geld in mijn portemonnee heb.”

Beleidsmakers ondersteunen met scenario’s

Vanuit zijn jarenlange ervaring in de sector en rol binnen DNB is Sleijpen regelmatig in de media te horen, waar hij namens de toezichthouder zijn visie geeft op de economische ontwikkelingen en trends in de markt. Hij bespreekt dan mogelijke scenario’s waarmee ons land en te maken kan krijgen.

“Ik vind het heel knap hoe jij die besprekingen van scenario’s doet”, complimenteert Broekema hem. “Ik heb er een aantal bekeken in de media, hoe je dat uitlegt. Tegelijkertijd had ik een gevoel van ‘dit zijn voorspellingen voor 2021-22’. Wat is uiteindelijk het doel van deze scenario’s? Omdat we nu zelf ook gezien hebben hoe anders het kan lopen. Ik neem aan dat jullie ook weleens terugkijken naar scenario’s die jullie gemaakt hebben en dan gezien hebben dat het heel erg perfect uitkwam of helemaal niet. Wat is het eigenlijke doel om het te doen?”

Volgens Sleijpen zijn dergelijke scenario’s nuttig voor beleidsmakers om een goede keuze te kunnen maken. “Zowel in negatieve als positieve scenario’s help je beleidsmakers en de politiek toch keuzes te maken rondom het begrotingsbeleid en nu de lopende discussie over het noodpakket 3.0, hoe moet dat eruitzien? Hoe lang moet dat duren?” Hij vult aan: “Ik denk dat onze ramingen – en trouwens ook die van het Centraal Planbureau – daar wel in helpen om tot een visie te komen. Ook al is het een hele grote mist waar we naar kijken, meer dan de andere jaren, helpt het toch wel een klein beetje om te navigeren door die mist heen. Daarom doen wij dit soort dingen.”

In de rest van de podcast weiden Broekema en Sleijpen verder in detail uit over tal van onderwerpen. Zo komen onder meer Sleijpen’s jeugd en opleidingstijd aan bod en vertelt hij over zijn promotieonderzoek, zijn voorliefde voor de politiek, zijn tijd bij ABN AMRO, de uiteindelijke stap naar De Nederlandsche bank, de rollen die hij heeft bekleed, de keuzes die hij heeft gemaakt, zijn werkzaamheden voor en contact met Wim Duisenberg, het mentorschap van Nout Wellink, het combineren van zijn werkzaamheden met zijn hoogleraarschap, hoe zijn werk-privébalans eruitziet, en nog veel meer. Nieuwsgierig geworden? Beluister hier de gehele podcast.