Grootste vermogensbeheerders falen in milieubeleid

18 februari 2022 Banken.nl

Hoewel BlackRock, Vanguard en State Street hebben beloofd om klimaatverandering aan te pakken en duurzame financiering te ondersteunen, gebruiken de vermogensbeheerders hun invloed niet om grote CO2-uitstoters tot verduurzaming aan te sporen. Sterker nog; de drie bedrijven stemmer vaker tegen resoluties ter verbetering van het milieu, dan voor.

Dat blijkt uit onderzoek van City, University of Londen. Het onderzoek richt zich op de relatie tussen de drie grootste vermogensbeheerders ter wereld en bedrijven in de fossiele industrie, cementindustrie en mijnbouw (deze sectoren worden gezien als de grootste industriële uitstoters van broeikasgassen). De ‘Grote Drie’ (BlackRock, Vanguard en State Street) beheren samen meer dan $20 biljoen.

Dankzij dat vermogen zijn de vermogensbeheerders bij veel bedrijven een grote én invloedrijke aandeelhouder. Desondanks concluderen de onderzoekers – op basis van het stemgedrag op aandeelhoudersvergaderingen – dat de drie vermogensbeheerders hun invloed niet of nauwelijks gebruiken ter verbetering van het milieu.

Grootste vermogensbeheerders falen in milieubeleid

De onderzoekers wijzen erop dat de vermogensbeheerders hun invloed doorgaans wel gebruiken met betrekking tot besluiten van het management over dividenduitkeringen, terugkoop van aandelen, beloningen van topbestuurders en bestuursverkiezingen.

“De milieuresoluties waar de Grote Drie wel voor stemmen, zijn beperkt en fragmentarisch en leiden daarom eerder tot mislukkingen”, concluderen de onderzoekers. “En dus is de term greenwashing te mild.” De praktijk wordt door de onderzoekers als “dodelijke afleiding” bestempeld en wijzen er tegelijkertijd op dat de tijd van het afleiden van milieuproblemen tot het verleden behoort.

Niet de bedoeling

Tegenover de NOS stelt Eumedion-directeur Rients Abma (een belangenvereniging van institutionele beleggers) het onderzoek wat kort door de bocht te vinden. “Bij resoluties gaat het om de precieze bewoordingen. Er kunnen daarom verschillende redenen zijn waarom de vermogensbeheerders voor of tegen hebben gestemd.”

Volgens Abma kunnen milieuresoluties worden aangedragen door aandeelhouders, waarbij er in bijvoorbeeld Engeland en de Verenigde Staten moet worden voldaan aan het bezitten van de een bepaald percentage van bedrijfskapitaal, of een bepaalde hoeveelheid aandeelhouders die bij voorbaat mee willen tekenen.

“Daarbij gaat de aandeelhouder toch een beetje op de stoel van het bestuur zitten, terwijl dat niet helemaal de bedoeling is”, legt Abma tegenover de NOS uit. “Aandeelhouders hebben een controlerende functie, niet een besturende. Je belegt in een onderneming omdat je vertrouwen hebt dat het bestuur de juiste strategie voert.”

Pas als het bestuur onvoldoende vooruitgang maakt (bijvoorbeeld met betrekking tot het klimaatbeleid), is dat volgens Abma een reden voor vermogensbeheerders om tegen bepaalde aandeelhoudersresoluties te stemmen. “Een andere mogelijkheid is dan om tegen de (her)benoeming van de bestuurders te stemmen”, sluit Abma tegenover de NOS af.

Het volledige onderzoek is hier te vinden.