Wim Mijs: ‘Er is maar één economie en banken zijn daar onderdeel van’
Wim Mijs is CEO van de European Banking Federation (EBF). Hij is echter ook (onder meer) skiër, groot muziekliefhebber, bestuurslid van de Koninklijke Nederlandsche Automobiel Club en (zo hoopt hij) leermeester. De vele facetten van Mijs’ werk en leven passeerden de revue in het uitgebreide gesprek dat Jeroen Broekema van de Leaders in Finance-podcast met hem had in Brussel.
Mijs (57) kwam in de financiële wereld terecht toen hij na zijn studie rechten een tijd werkte bij het Permanente Hof van Arbitrage, en een vriend hem erop attendeerde dat ABN AMRO een mededingingsrecht-jurist zocht. Hij solliciteerde – maar “daar zat ook nog iets achter”, vertelt hij lachend. “Mijn eindscriptie had de titel: ‘Banken contra het Europees mededingingsrecht’. Dat was een buitengewoon negatieve scriptie voor banken.”
Hij was dan wel afgestudeerd, maar vertelt dat hij bij de grootbank ontzettend veel heeft geleerd. “Ik ben er nog steeds van overtuigd dat ABN AMRO de allerbeste opleider is van het bankwezen die we ooit gehad hebben”, zegt hij resoluut. “In 2008 zijn we niet alleen een grote systeembank in Nederland verloren, maar ook het opleidingsinstituut van het bankwezen.”
Binnen dat opleidingsinstituut kwam hij in een “klasje” terecht waar hij te maken kreeg met het hoofd juridische zaken van ABN AMRO, Rudolf Sassen. “Meneer Mijs, u weet het allemaal, zie ik”, zei Sassen tegen de destijds 22-jarige Mijs. “Ik heb uw scriptie gelezen, interessante analyse. Ik kan het niet helemaal eens zijn met de conclusie, maar als u het allemaal al weet moet u maar eens voor mij komen werken.”
Zo geschiedde, en daar is Mijs nog elke dag dankbaar voor. “Die man heeft mij echt juridisch op alle niveaus uitgedaagd. Hij heeft gezorgd dat ik overal bij betrokken ben. Drie keer heb ik het sponsorcontract voor Ajax gemaakt voor ABN AMRO. Ik ben één van de juristen namens ABN AMRO achter het Air Miles-project.”
“Al die dingen heeft hij gedaan en dat samen met de ongelooflijk goede algemene opleiding die ik kreeg, dat heeft mij echt helemaal in het bankwezen getrokken”, vertelt Mijs enthousiast. “Dus zo ben ik erin gekomen en ik ben er inderdaad nooit meer uitgegaan.”
Ook vóór Sassen profiteerde hij al van verschillende goede leermeesters. Dat begon op de middelbare school, waar hij een leraar had die hem echt uitdaagde, en op de universiteit, waar de decaan hem precies op het juiste moment wist te stimuleren. “Het belang van leermeesters kan ik niet genoeg onderstrepen en dat probeer ik nu zelf ook te zijn voor de mensen die ik nu zie.”
Het gaat niet om winnen of verliezen
Mede dankzij zijn leermeesters schopte Mijs het ver. Sinds 2014 – daarvoor was hij zeven jaar CEO van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) – is hij CEO van de EBF, een instituut "welke bijdraagt aan een regelgevingskader waarin banken zich kunnen ontwikkelen, innoveren en de concurrentie kunnen aangaan met anderen”. Hij houdt zijn medewerkers daarbij nadrukkelijk voor dat het bij de EBF niet gaat om “winnen of verliezen”.
Waar het bankwezen nog weleens een slecht imago geniet, benadrukt Mijs juist hoeveel banken mogelijk maken binnen de maatschappij. “Alles komt er bij elkaar, ze hebben overal mee te maken en er werken ook gewoon heel veel uitstekende mensen die er wat van proberen te maken”, geeft hij aan.
Volgens Mijs is de “zogenaamde reële economie” dan ook een constructie uit het verleden. “Je zult mij daar nooit over horen praten”, zegt hij stellig. “Er is maar één economie en banken zijn daar onderdeel van.”
Wat betreft die spilfunctie van banken wijst hij in het bijzonder op de eigen rol van de EBF, waarbij 32 landenorganisaties zijn aangesloten. Uiteraard brengt dat de nodige (politieke) dilemma’s met zich mee, maar Mijs benadrukt het belang van eenheid.
“Ik ben absoluut tegenstander van het uitsluiten van landen”, maakt hij duidelijk, waarmee hij ingaat tegen uitspraken die sommige politici deden over zuidelijke lidstaten. “Daar kan ik helemaal niets mee.”
Hij wijst daarmee ook op de huidige situatie in Oekraïne, een land dat een associatie heeft met de EBF, en de consequenties die eruit kunnen voortvloeien. “Na de invasie van Rusland in Oekraïne hebben we dat nu weer eens met een schok beseft. Dus als je bijvoorbeeld geld onttrekt aan een zuidelijk land, wordt het ogenblikkelijk ingevuld door een staat die misschien niet de Europese idealen onderschrijft.”
You can check out any time you like, but you can never leave
Vrijheid is voor Mijs in alle opzichten belangrijk. In die context vertelt hij dat hij een “fantastische jeugd” heeft gehad in het oosten van het land. Hij groeide op in Rozendaal, aan de rand van de Veluwe.
Vanwege zijn astma namen zijn ouders hem vaak mee naar Zwitserland. Daar leerde hij op vierjarige leeftijd skiën, wat hij naar eigen zeggen “erg goed kan”. Hij vertelt er meteen bij waarom: “Het was de enige sport die ik zonder beperking kon doen. Dus skiën is voor mij een ultiem gevoel van vrijheid.”
Twee andere dingen waar Mijs in die tijd een blijvende passie voor heeft ontwikkeld zijn techniek (sleutelen aan brommers en auto’s) en muziek (gitaarspelen). Hij vertelt lyrisch hoe mooi het is wanneer iemand een gevoel weet te vertalen in muziek. “Wat ik ongelooflijk vind is hoe diep iets kan raken. Er is muziek die je blij maakt, en er is muziek die je zo raakt dat je altijd tranen in je ogen krijgt als je het weer hoort.”
“Ik ben absoluut tegenstander van het uitsluiten van landen, daar kan ik helemaal niets mee.”
Hij houdt van vele genres – van pop tot hardrock tot klassiek – maar lijkt een kleine voorkeur te hebben voor verhalende muziek. Hij haalt het album Hotel California van The Eagles aan, waar hij groot fan van is en waarop een van zijn levensmotto’s is te horen: ‘You can check out any time you like, but you can never leave’.
Voor Mijs betekent deze beroemde zin dat je altijd iets achterlaat terwijl je weer verder gaat met je leven. Ter illustratie grijpt hij terug op zijn leermeesters bij ABN AMRO en op de universiteit. “Ik bedoel met ‘you can check out’: je gaat dus naar een volgende fase. Maar ‘you never really leave’: je laat altijd wat achter, er zit een stukje van jou.”
Ook zijn liefde voor techniek speelt nog altijd een belangrijke rol in zijn leven, bijvoorbeeld in zijn rol als bestuurslid van de Koninklijke Nederlandsche Automobiel Club. “Ik ben heel blij dat ik daarbij zit, want het combineert mijn intense liefde voor auto’s met mijn bestuurlijke ervaring.” Het meest houdt hij van oude auto’s: “Alleen al de techniek, het gevoel, de geur.”
Luister hier de podcast.