Acties dreigen voor ABN AMRO na voorstel loonsverhoging
Er dreigen voor het eerst in bijna 35 jaar acties bij ABN AMRO. De 17.500 medewerkers eisten een loonsverhoging om de huidige torenhoge inflatie te compenseren – de bank bood ‘slechts’ 5% (over twee jaar). Aangezien het verschil tussen vraag en aanbod groot is, neemt de onrust onder de werknemers toe. FNV Finance polste daarop de actiebereidheid onder zijn leden bij de bank; die blijkt enorm.
Het was 1989 toen er voor het laatst bij ABN AMRO actie werd gevoerd voor betere arbeidsvoorwaarden, sindsdien zijn werkgever en werknemers er altijd onderling uitgekomen. Nu, na bijna 35 jaar, dreigen er opnieuw acties, omdat er volgens FNV Finance geen enkel draagvlak is onder werknemers voor de voorgestelde loonsverhoging van €111 bruto per 1 juli 2022 en nog eens 3% vanaf 1 juli 2023. De vakbond berekende dat de werknemers met de voorgestelde loonsverhoging er ongeveer een tiende in koopkracht op achteruit zouden gaan.
De onrust onder de medewerkers zou dan ook groot zijn. “En dat betekent dat we nu gaan kijken welke acties we kunnen voorbereiden”, legt Aukje Falger (FNV Finance) uit. “Het is veelzeggend dat de bereidheid om actie te voeren zo massaal is bij een werkgever waar mensen veel liever met hun werk bezig zijn dan met actievoeren.”
“Maar de boosheid en teleurstelling is enorm. De medewerkers hebben het gevoel dat de top van de bank de aandeelhouders liever tevreden wil stellen dan zijn personeel op een goede manier door de winter te krijgen.” Al met al zouden ruim 4.000 medewerkers een petitie hebben ondertekend om ABN ARMO op te roepen de lonen verder te verhogen.
Automatische prijscompensatie
FNV Finance eist van ABN AMRO dat men via de zogeheten automatische prijscompensatie de lonen laat meestijgen met de inflatie. “Het kan niet zo zijn dat de bank zijn medewerkers aan hun lot overlaat, terwijl dit de mensen zijn die ook in de coronaperiode de boel draaiende hebben gehouden”, vervolgt Falger haar relaas.
“Dat de banktop deze harde werkers nu zo in de kou laat staan is onverkoopbaar. Het zou de staatsbank sieren om naar de oproep van het kabinet te luisteren en de lonen voldoende te laten stijgen om de koopkracht overeind te houden.”
