Van de mavo naar de boardroom: Erwin Dreuning over zijn pad tot CEO van Stater
“Wij doen alles.” Dat is het hele korte antwoord van Erwin Dreuning op de vraag waar hypotheekdienstverlener Stater zich nou precies mee bezighoudt. En het zegt ook veel over Dreuning zelf, zo werd duidelijk ik het gesprek dat hij in de Leaders in Finance-podcast had met Jeroen Broekema. Want de zoon van een verwarmingsmonteur legde een lange weg af, die begon op de mavo en hem bracht tot zijn huidige rol als CEO van Stater.
Met 40% van alle hypotheken in Nederland onder zijn beheer is Stater onbetwistbaar een grote naam binnen de sector. Toch nooit van gehoord? Geen probleem, vindt Erwin Dreuning. Dat betekent waarschijnlijk dat Stater zijn werk goed doet.
Het bedrijf werkt namelijk niet direct voor consumenten, maar voor de hypotheekverstrekkers. En zolang die goed worden geholpen gaat dat vrij geruisloos. Maar wat houdt dat beheren van al die hypotheken nou concreet in?
Een terechte vraag, zo blijkt, want de dienstverlening van Stater is het afgelopen decennium aardig veranderd. Toen Dreuning in 2011 aan boord kwam, was Stater vooral een backoffice-service provider. Als nieuwe CEO zette hij echter al snel een andere koers in.
Ten eerste zette hij in op “maximaal straight-through processing”, oftewel “zo min mogelijk fysieke aanrakingen in het proces van hypotheken”. Concreet betekent dit dat de processen zoveel mogelijk werden gedigitaliseerd. “In de beginjaren faciliteerde IT onze dienstverlening, maar nu ís IT onze dienstverlening”, zoals Dreuning het zelf verwoordt.
Ten tweede verbreedde hij die dienstverlening. “Als je kijkt naar de ontwikkeling van de hypotheekmarkt, dan wordt dat echte servicing-deel meer en meer een commodity”, vertelt hij. “Ik heb toen gezegd: ‘Willen wij daadwerkelijk de stap naar voren maken, dan zullen wij onze propositie van die backoffice-service provider moeten veranderen in het faciliteren van de héle waardeketen.”
“Dus zowel de customer user experience aan de voorkant, de hele acceptatie van de hypotheek, het beheer van de hypotheek en ook op het moment dat iemand in achterstand zou komen”, licht hij toe. “Wij moeten als Stater die hele waardeketen aanbieden. Dus wij hebben 2014 tot en met 2016 gebruikt om die waardeketen op te bouwen – om te zeggen: ‘Wij doen alles.’”
Stapelaar
Het zal voor de 55-jarige Dreuning soms voelen alsof hij zelf ook zo ongeveer alles heeft gedaan. Al voor zijn komst naar Stater had hij een lange carrière in de financiële sector achter de rug. Hij werkte meer dan tien jaar voor ABN AMRO (het voormalige moederbedrijf van Stater), twee jaar bij MeesPierson en ook nog ruim tien jaar bij OHV Vermogensbeheer.
Op zich niet zo opmerkelijk, dat iemand de nodige jaren ervaring opdoet tijdens zijn klim naar de top. Maar waar de meeste CEO’s via de universiteit het bedrijfsleven instromen, legde Dreuning een ander pad af.
“Ik heb wel een wat aparte carrière doorlopen, denk ik. Ik heb niet gestudeerd – tenminste, niet eerst vwo en toen een studie gedaan. Ik ben echt een stapelaar: ik ben ooit op de mavo begonnen, en heb na de mavo de havo gedaan.”
Koffie rondbrengen
Wat hij daarna zou gaan doen wist hij niet direct, maar een studie was destijds sowieso niet aan de orde. “Ik kom uit een echt arbeidersgezin, de jongste van zeven. Mijn vader was verwarmingsmonteur. Ik ben supergelukkig opgegroeid, laat dat duidelijk zijn. Maar het was in ieder geval niet de context waarin het normaal was dat je ging studeren, dat je naar de universiteit ging.”
“Dat was bij ons gewoon niet mogelijk”, legt hij uit. “Het was financieel heel moeilijk. Als verwarmingsmonteur zeven kinderen voeden is echt een klus.”
Dus toen hij midden jaren 80 met zijn diploma de middelbare school uitliep zat hij met een vraag: “Wat moet ik doen, wat wil ik?”
Met die vraag in zijn hoofd liep hij Randstad binnen. “Ik weet nog precies waar ze zitten, nu nog steeds. Ik zei: ‘Ik wil hard werken, ik denk dat ik wel redelijk snel kan denken en ik ben bereid ervoor te gaan. Maar ik heb geen idee wat.’”
Het bleek het begin van zijn carrière in de financiële sector. “Zij stuurden mij dus naar OHV Vermogensbeheer en daar ben ik letterlijk begonnen met het rondbrengen van de koffie. Dat was mijn eerste rol.”
Lang duurde dat koffie rondbrengen overigens niet. Dreuning werkte hard en dacht inderdaad snel, en al vrij gauw kon hij aan de slag als valutamakelaar. “Dan had ik een hele rij telefoons voor mijn neus. Dat heb ik een aantal jaar gedaan en daarna heb ik daar nog een aantal dingen gedaan. Ik heb daar een waanzinnig mooie tijd gehad.”
Toen hij na een jaar of tien toe was aan iets nieuws, kwam hij via een klant terecht bij MeesPierson. Weer twee jaar later kwam hij op een verjaardag iemand tegen die bij ABN AMRO werkte. “Die zei: ‘Je moet eens een keer met de directeur private banking in Amsterdam gaan praten, want mensen zoals jij zoeken we.’ Zo ben ik bij ABN AMRO begonnen.”
Dingen beter maken
Hoe uniek het pad dat Dreuning aflegde ook is, het klinkt interviewer Jeroen Broekema deels heel bekend in de oren: “Het is dus puur toevallig dat je in de financiële sector terechtgekomen bent”, merkt hij op.
“Als die mevrouw of meneer bij Randstad iets anders had gedaan, was je in een hele andere sector terechtgekomen”, legt hij uit. “Daarmee ben je in goed gezelschap, want van de 120 mensen die ik heb geïnterviewd is 99% toevallig in de financiële sector terechtgekomen.”
Dreuning beaamt dat hij nu net zo goed in een andere branche had kunnen werken. “Voor mij gaat het om andere dingen in het werk. Ik ben valutamakelaar geweest – dat is natuurlijk financiële sector, maar dat had ook goed de termijnhandel kunnen zijn. Het is niet een bewuste keuze geweest, maar ik wilde gewoon een bepaalde dynamiek in mijn werk hebben.”
“De rode draad is dat ik heel graag met mensen dingen beter maak”, geeft hij aan, “dat het vooral geen gespreid bedje moet zijn – er moet iets moeten gebeuren. Resultaten behalen, dat is voor mij heel belangrijk.”
Hard werken, risico nemen en een stukje geluk
Dat Dreuning in de financiële dienstverlening zit kan dus grotendeels toeval worden genoemd, maar hoe zit het met zijn klim van de mavo naar de boardroom? Dreuning toont zich bescheiden: “Daar komt een stukje geluk bij kijken, daar hoeven we ook niet ingewikkeld over te doen.”
“Ik kan heel hard werken, simpel. Ik heb tot de dag van vandaag altijd heel hard gewerkt. Maar dat doen heel veel mensen. Mijn broer is monteur, die ligt ook in het druilerige weer dat wij nu buiten zien op straat een auto te repareren. Dus dat is ook hard werken.”
“In de beginjaren faciliteerde IT onze dienstverlening, maar nu ís IT onze dienstverlening."
Naast hard werken en geluk ziet hij nog wel een derde ingrediënt voor het succes. “Het is ook wel risico’s durven te nemen”, legt hij uit. Zo waagde hij in 2005 de ongebruikelijke overstap naar het facilitair vastgoedbedrijf van ABN AMRO. “Op dat moment zei mijn omgeving: ‘Weet je wel wat je doet?’”
En ook zijn huidige baan was een sprong in het diepe. “Ik ben naar Stater gegaan terwijl ik geen verstand van hypotheken had. Ik wist wat Stater was en ik wist waar het stond, maar daar hield het ook bij op. Dat bedoel ik met af en toe een beetje risico nemen.”
Doe wat je leuk vindt
Het sluit naadloos aan op de slotvraag die Broekema zijn gasten steevast voorlegt: welk advies zou je meegeven aan starters op de arbeidsmarkt? Toeval en geluk heb je niet echt in de hand, maar hard werken en risico nemen zijn vast twee duidelijke adviezen.
Dreuning heeft er nog een. “Kijk niet zozeer naar een bepaalde functie of titel, maar naar wat je leuk vindt. Staar je niet blind op een baan, maar kijk nou gewoon eens: ‘Welke onderdelen van werk zoek ik en welke wil ik absoluut niet?’ Ga op basis daarvan gewoon zoeken. Dan kun je op hele andere banen uitkomen dan je nu denkt, maar je kunt er wel veel meer van leren.”
En hoe ver Dreuning op deze manier zelf ook is gekomen, hij vergeet nooit waar hij vandaan komt. “Ik voel me echt bevoorrecht met hoe ik mijn carrière heb kunnen ontwikkelen – hoe ik woon, hoe ik leef. Maar laten we ons realiseren dat er honderdduizenden mensen zijn die het veel moeilijker hebben. Dat we daar rekenschap van geven, dat blijft voor mij wel een belangrijk aandachtspunt.”
Uiteraard passeerden in het gesprek tussen Dreuning en Broekema nog vele andere onderwerpen de revue. Benieuwd welke? Luister hier de podcast.