Rabobank eindigt als zesde in het jaarlijkse onderzoek naar favoriete werkgevers voor hoogopgeleide Nederlanders. Daarmee neemt de coöperatieve bank de maat van ING en ABN AMRO, die respectievelijk op de plaatsen #9 en #17 eindigen. Dit terwijl Rabobank vorig jaar nog onder de twee grote concurrenten eindigde. Men kan dus stellen dat de afdeling ‘employer branding’ van Rabobank goed werk verricht heeft. Shell eindigt bovenaan, gevolgd door KLM en Google.
Het Intermediair Imago Onderzoek vindt jaarlijks plaats en onderzoekt de aantrekkingskracht van Nederlandse werkgevers op hoogopgeleiden. Waar zouden zij het liefst werken als ze zelf konden kiezen? Sowieso zijn het elk jaar de geijkte namen, bedrijven die in principe elke Nederlander kent. In de loop der jaren zijn de grote banken gemiddeld genomen iets van hun pluimen verloren. Toch maakt Rabobank dit jaar weer een sterke sprong naar boven, terwijl de bank vorig jaar nog buiten de top tien en achter ING en ABN AMRO eindigde.
Onder aanvoering van HR-directeur Janine Vos heeft Rabobank de afgelopen jaren sterk ingezet op werkgeluk, wat mogelijk bijdraagt aan het feit dat de bank zich weer in de top nestelt. In een uitgebreid gesprek met directeur Jan van Dijk van detacheerder Octas ging zij hier vorig jaar nader op in. De term werkgeluk heeft door Covid-19 overigens misschien wel een extra dimensie gekregen, nu bankmedewerkers massaal vanuit huis werken en het contact met zowel collega’s als leidinggevenden fundamenteel anders is.
Goed om nog even te vermelden is dat het onderzoek is uitgevoerd in de periode van eind februari tot begin april. Dat betekent deels een periode die nog aangeduid kan worden als ‘normaal’ en deels een periode die onder het ‘nieuwe normaal’ valt. Het kan zijn dat de uitkomst anders was geweest als het onderzoek bijvoorbeeld in mei of juni gehouden was, maar dat is nu eenmaal niet het geval.
Oliemaatschappij Shell eindigt op de eerste plaats, bepaald niet voor het eerst. Vorig jaar kende het bedrijf nog een uitschieter naar beneden (#4). Op de tweede plek eindigt KLM, wat op zichzelf wat wenkbrauwen doet fronsen. KLM verkeert immers in zeer zwaar weer en ook de prognoses voor de komende jaren zijn onzeker. In ruil voor staatssteun wordt van grootverdieners verwacht dat zij salaris inleveren, tot wel 20%. Internetgigant Google – al vele jaren een vaste waarde in dit onderzoek – bezet ten slotte het laagste treetje van het podium. De top tien wordt verder aangevuld met achtereenvolgens Philips, de Nederlandse Spoorwegen (NS), Rabobank, de Politie, Unilever, ING en de Belastingdienst.
Kijkend naar een geschoonde lijst met alleen bedrijven uit de financiële sector is het uiteraard Rabobank dat de kroon spant. ING volgt in het kielzog maar incasseert wel een bittere na de derde plaats van vorig jaar. Naar ABN AMRO is het wat verder zoeken. De bank eindigt namelijk op plaats #17, waarmee de bank stevig uit de top tien duikelt. Toch eindigt ABN AMRO nog steeds op de derde plaats in de financiële sector. Op plaats #22 is Achmea de eerste achtervolger. Andere namen uit de financiële sector die terugkeren in de top honderd zijn op #37 Nationale-Nederlanden, op #67 Aegon en op #91 ASR.