Vier op de tien jonge Nederlanders ontmoedigd om te bieden op huis

19 juni 2019 Banken.nl 3 min. leestijd
Profiel
Meer nieuws over

Vier op de tien Nederlanders in de leeftijd van 22 tot 35 jaar durft niet te bieden op een huis, omdat ze verwachten de strijd te verliezen. Tegelijkertijd geeft één op de vijf juist aan bereid te zijn om te overbieden op het huis van hun dromen. Op het eerste gezicht een opmerkelijke tegenstelling, die echter in elkaars verlengde blijken te liggen. Deze en meer conclusies komen naar voren in onderzoek van hypotheekadviseur Viisi.

Een substantieel deel (20%) van de jonge Nederlanders is bereid om te overbieden op een koophuis, meer dan het dubbele (41%) is dermate ontmoedigd dat ze maar gewoon niet bieden omdat ze zichzelf kansloos achten. Het zijn signalen die passen bij een woningmarkt die op zijn minst verhit te noemen is. Om niet te zeggen oververhit.

Trends hebben met elkaar te maken

“Deze trends lijken in eerste instantie tegenstrijdig, maar de tweede is in feite een gevolg van de eerste. Door de overbiedingsgekte is de concurrentie zo moordend geworden dat een grote groep jonge kopers niet meer durft te bieden”, aldus Tom van der Lubbe, mede-oprichter van Viisi. “We vinden dit gevaarlijke ontwikkelingen, want het vergroot de kans op een huizenbubbel.” Onderstaande figuur van Viisi toont in welke regio’s mensen het meest vrezen overboden te worden. Logischerwijs in de Randstedelijke provincies, met Drenthe als opmerkelijke uitzondering op de regel.

Het is niet alleen de vrees overboden te worden die kopers in Nederland ervan weerhoudt om een bod te doen. In het grote huizenspel leeft bij vier op de tien Nederlanders - in de leeftijd van 22-35 jaar - de verwachting dat de huizenprijzen de komende jaren zullen gaan dalen. ABN AMRO bevestigde in april nog dat de woningmarkt aan het afkoelen is. Minder snel stijgende huizenprijzen is echter nog een heel ander paar mouwen dan dalende huizenprijzen. Het kan nog jaren duren voordat deze groep de tijd rijp acht om een (nieuw) huis te kopen.

Het zijn meestal de extremen aan de bovenkant die het nieuws halen. Verhalen over een Amsterdamse bezemkast die voor ruim twee ton verkocht wordt bijvoorbeeld of mensen die tienduizenden euro’s overbieden. Volgens Viisi ligt het allemaal wel wat genuanceerder. Uit het onderzoek van de hypotheekadviseur blijkt namelijk dat ruim een derde (35%) hun huis recent onder de vraagprijs heeft gekocht of iemand kent die dat gedaan heeft. Bij gezinnen met jonge kinderen ligt dit percentage zelfs bijna op de helft (46%). De reden is simpel: de locatie.

Locatie boven wooncomfort

“Huizen in de provincie zijn over het algemeen minder in trek en worden daarom ook vaker onder de vraagprijs verkocht”, zegt van der Lubbe. “Maar ook hier zien we de laatste jaren een verschuiving: waar voorheen alleen in de grote steden werd overboden zien we dat nu in de hele Randstad. We verwachten dat deze ontwikkeling verder door zal zetten.” De wens om in een stad of in de Randstad te wonen overstijgt de locatie regelmatig voor een groter huis met meer wooncomfort.

Van der Lubbe: “Bij Viisi merken we ook dat starters het liefst in de stad wonen, dicht bij hun werk, vrienden en uitgaansgelegenheden. De behoefte om naar een buitenwijk of een dorp te verhuizen, ontstaat meestal pas als er kinderen komen. Maar zoals onlangs uit CBS onderzoek bleek, krijgt men tegenwoordig op steeds latere leeftijd kinderen. We denken dat mensen om die reden ook langer in de stad blijven wonen.”