Revisie Europees toezicht op fintech na Wirecard-schandaal

28 juli 2020 Banken.nl

Hoge vertegenwoordigers van de Europese Unie (EU) geven aan dat er kritisch gekeken gaat worden naar het toezicht op financiële instellingen, in het bijzonder op jonge bedrijven die eerst snel gegroeid zijn en pas later een banklicentie hebben aangevraagd. Aanleiding voor de revisie van het huidige beleid is het schandaal rond het Duitse Wirecard, waar op de balans ineens €1,9 miljard bleek te ontbreken. 

Alle grote en bekende namen uit de Europese financiële sector moeten voldoen aan zowel nationale als Europese (supranationale) wet- en regelgeving. Dat lijkt logisch en voor het merendeel van de banken is het redelijk gesneden koek wie waaraan moet voldoen. De moeilijkheid zit echter in een grijs gebied, waarvan ook Wirecard gebruikt maakte: beginnen als niet-bancaire startup en pas later de stap maken naar het aanvragen van een banklicentie.

Dat is precies wat Wirecard ook deed, de Duitse fintech-onderneming die enkele weken terug in elkaar klapte. De kwestie straalde vanzelfsprekend slecht af op Wirecard zelf, maar ook op nationaal toezichthouder Bafin en relevante Europese toezichthouders. Alle knappe koppen ten spijt, de ontbrekende €1,9 miljard leek voor iedereen een verrassing. Overigens bewandelde het Nederlandse Adyen een soortgelijk ontwikkelingspad. Naam maken als betaaldienstverlener en later een bankvergunning aanvragen. Op zichzelf hoeft het dus niet per se verkeerd uit te pakken.  

Begin juli meldde de Letse Eurocommissaris Valdis Dombrovskis al dat toezichthouder ESMA de huidige kaders opnieuw zou gaan bekijken, met als ultiem doel een ‘tweede Wirecard’ te voorkomen. Het onderzoek hiernaar zou in oktober klaar moeten zijn. Wat al wel duidelijk lijkt, is dat er nieuwe eisen komen rond financiële rapportage. “Een hoge kwaliteit van financiële rapportage is essentieel voor het vertrouwen van investeerders in de markt. De ineenstorting van Wirecard heeft dit vertrouwen geschaad. Daarom moeten we deze situatie goed bestuderen teneinde het vertrouwen van investeerders te herstellen”, aldus ESMA in een verklaring.

Rem op innovatie?

Banken zullen deze ontwikkeling mogelijk toejuichen. Zij moeten al voldoen aan de zwaarste toezichtregimes. Tegelijkertijd concurreren ze met bedrijven die doorgaans onder veel lichtere eisen mogen opereren. Voor die opzet hebben beleidsmakers en toezichthouders bewust gekozen om innovatie te bevorderen en het monopolie van banken te doorbreken. 

Veel fintech-ondernemingen zullen de bui echter al zien hangen. Idealiter komt er een herzien systeem met ruimte voor proportionaliteit. Hoe groter een onderneming, hoe meer regels men aan moet voldoen en andersom. Maar meer regelgeving betekent in zijn algemeenheid meer kosten voor compliance en het is aannemelijk dat dit ten koste gaat van het budget voor ontwikkeling en innovatie. Zo zal de fintech-lobby zich vermoedelijk gaan opstellen. Tegelijkertijd is het ook voor fintech-ondernemingen nodig dat investeerders gefundeerd vertrouwen kunnen hebben in financiële rapportages. Een gebrek aan vertrouwen is in termen van funding vermoedelijk nog veel schadelijker dan de meerkosten voor compliance.