Leonie Schreve (ING): Hoe veranker je duurzaamheid in de kern van een bank?

10 september 2020 Banken.nl 8 min. leestijd

Duurzaamheid speelt de laatste jaren een almaar belangrijkere rol in het bedrijfsleven. Zeker ook in de financiële sector, die middels zijn investeringsbeleid over flinke slagkracht beschikt in de strijd tegen de opwarming van de aarde. Maar hoe zorg je dat duurzaamheid meer is dan een verkapte marketingactiviteit? Hoe zorg je dat het thema echt wordt verankerd in de kern van de bedrijfsvoering? Jeroen Broekema vroeg het in zijn wekelijkse podcast Leaders in Finance aan Leonie Schreve, de Global Head Sustainable Finance van ING.

In haar 42 jaar op aarde heeft Leonie Schreve niet bepaald stilgezeten. Van jongs af aan was ze op hoog niveau actief in de paardensport. In 1992 werd ze Europees kampioen bij de jeugd, waarna ze werd opgenomen in de Nederlandse seniorenploeg. Daarmee leek ze op weg naar de Spelen van Atlanta in 1996, maar twee jaar daarvoor maakte een auto-ongeluk abrupt een einde aan die ambitie, zodat ze haar leven flink moest omgooien.

Nu ze niet meer kon sporten stortte ze zich op het studieleven en voltooide drie masters: één in Filosofie met een specialisatie in Bedrijfsethiek, één in Milieuwetenschappen en één in International Sport Management. Daarna werkte ze onder meer voor Oneworld en als consultant voor Royal Haskoning DHV op het gebied van Corporate Social Responsibility, was ze bestuurder van de Atletiekunie, bestuurder bij de United Nations Environment Program Finance Initiative en Vice President voor Sport and Sustainability International.

Sinds zeventien jaar werkt ze voor ING. Ze zat daar eerst in het Corporate Environmental and Social Risk Management Department en bekleedt sinds zeven jaar de functie van Global Head Sustainable Finance. In 2007 won ze voor haar duurzaamheidsinspanningen de Financial Times Chairman’s award for Leadership in Sustainable Project Finance.
Leonie Schreve: Hoe veranker je duurzaamheid in de kern van een bank?

Pioniers in duurzaamheid

Vandaag de dag word je overal om de oren geslagen met duurzaamheid, maar dat was zeventien jaar geleden wel anders. “Eigenlijk waren wij één van de pioniers als het gaat om duurzaamheid”, vertelt Schreve aan Jeroen Broekema, “met name het integreren in de commercie van de bank.”

Waar de afdeling begon in het kader van ING’s corporate responsibility-activiteiten, werd al gauw duidelijk dat duurzaamheid een centralere rol zou moeten spelen binnen banken. “In 2012 had ik allerlei gesprekken met het toenmalige hoofd van de Wholesale-bank. Die zei op een gegeven moment tegen mij: ‘Volgens mij kunnen we veel meer dan alleen maar onze corporate responsibility en zeggen wat we allemaal niet doen zoals wapens en zoals kolen, maar we kunnen ook juist onze expertise inzetten om die verandering in gang te brengen die we nodig hebben om naar een nieuwe economie te gaan.”

Hij moedigde Schreve aan om vooral met ideeën te komen die daaraan zouden bijdragen. “Dus ik ben toen in mijn eentje met een trainee begonnen en om in eerste instantie ook te kijken naar ‘Wat zijn überhaupt al de activiteiten die we in de bank hebben die je als duurzaam zou kwalificeren?’”

Economische champions

Daarnaast was het essentieel om massa te creëren. “Ik heb toen ook een heel netwerk opgezet, omdat ik natuurlijk alleen was met een trainee, om ervoor te zorgen dat overal in de organisatie onze voelsprieten versterkt werden door middel van een groot netwerk van economische ‘champions’ in de sectoren, in de landen, in de verschillende producten. Met name ook mensen die echt al heel erg enthousiast waren. Want zeker op dat moment en zeker als enige bank nog in dit speelveld – althans enige internationale bank – was het belangrijk om juist ook iedereen mee te krijgen.”

Bij het meekrijgen van mensen is het volgens Schreve belangrijk om te beseffen dat iedereen zo zijn eigen drijfveren heeft, en daarop in te spelen: “Een deel van de mensen krijg je mee omdat ze gewoon intrinsiek gemotiveerd zijn en een deel van de mensen moest ik ook echt meekrijgen door juist hele grote deals te doen. Ik heb dus op verschillende paarden gewed – en dan heb je de paarden alweer – om er in ieder geval voor te zorgen dat het onderwerp veel breder gedragen zou worden.”

Internationaal team

Inmiddels zijn we acht jaar verder en is het initiatief van Schreve uitgegroeid tot een internationaal team. “Het team bestaat uit 37 mensen op dit moment in Singapore, in New York, in Londen, in Brussel en in Amsterdam. Vergeleken met de beginjaren is het een gigantische omschakeling geweest. Maar je ziet ook gewoon dat de hele markt wereldwijd dit onderwerp heel hoog op de agenda heeft gezet.”

Het lijkt het voor Schreve alweer een eeuwigheid geleden dat ze het team opzette. Destijds kon ze niet bevroeden dat het zo succesvol zou worden. “Ik had wel een visie en ergens een stip op de horizon, maar dat het inderdaad deze kant zou opgaan en ook met name dat de markt deze kant zo hard op zou bewegen, dat is wel iets waar ik heel blij mee ben.”

In eerste instantie dacht ze dat het moeilijk zou worden, “met name omdat er al meerdere mensen in de organisatie geweest zijn die ook geprobeerd hebben duurzame teams op te zetten. Ze waren vaak erg gericht op in de diepte te pionieren, soms met hele lange looptijden van transacties waardoor je het resultaat niet heel goed ziet. Dus ik denk dat het één van de goede zetten geweest is om dat netwerk te mobiliseren, maar ook in te zetten op meteen goed geld te verdienen met grote transacties en daarnaast inderdaad daarmee ruimte te creëren om ook een stukje te pionieren.”

Betere business

Terwijl ze het leuk vindt om zo terug te blikken, geeft ze aan dat het vanuit een duurzaamheidsperspectief belangrijk is vooral vóóruit te blijven kijken: “Hoe kunnen we juist voorsorteren met nieuwe technologieën, nieuwe businessmodellen? Vandaar dat ik ook twee pioniersteams heb om ervoor te zorgen: Hoe kunnen we juist die moeilijke markt ontginnen om ook uiteindelijk onze klanten van morgen alvast daarin op te lijnen?”

“Duurzaamheid kan nog veel meer geïntegreerd worden in de besluitvorming, we kunnen nog veel ambitieuzer zijn als het gaat om het helpen van bedrijven in die hele transitie.”

Wat richting de toekomst vooral essentieel lijkt is dat duurzaamheid een integraal onderdeel wordt van ieder bedrijf. Hoever is die kanteling al verwezenlijkt binnen ING? “Ik denk dat die grotendeels afgerond is. Uiteraard zijn er altijd mensen die misschien niet helemaal meegaan en ongetwijfeld mensen die niet zo bevlogen zijn over het onderwerp als ik. Want ik zie het echt als de toekomst en ik zie echt dat duurzame business gewoon de betere business is en dat dat de enige manier is om naar een gezonde economie te gaan.”

Het kalf en de put

Ze hoopt dat de coronacrisis hierbij voor extra momentum kan zorgen: “Juist hierin leren we ook dat we veel beter onszelf moeten organiseren, niet alleen op digitaal gebied, maar ook: Wat zijn de bedrijven waarin je investeert? Wat zijn de bedrijven die in de toekomst ook levensvatbaar zijn? Niet alleen vanuit een economisch perspectief, maar ook vanuit een duurzaamheidsperspectief. Ik denk dat dit een mooie situatie is om dit te versnellen, ik heb me ook hard gemaakt om juist statements op te zetten als ‘Building back better’.”

Tegelijk illustreert de coronacrisis weer eens dat het spreekwoordelijke kalf vaak eerst moet verdrinken voordat er echt iets verandert. Schreve is bang dat dit ook deels zal opgaan voor de klimaatcrisis, en dat we “meer nodig hebben dan puur onze intrinsieke motivatie om er iets aan te doen”, zo legt ze uit. “Want dat is altijd het probleem geweest met klimaat, denk ik, dat het gewoon niet tastbaar is voor mensen. Mensen denken ‘Nou, dat is prima als het hier twee graden warmer gaat worden’. Maar dat is helemaal niet het geval. Het zal veel extremer worden.”

Vanzelfsprekendheid

Schreve wil echter geen doemdenker zijn, en ziet wereldwijd wel degelijk veel vooruitgang. “Duurzaamheid staat inmiddels bij bijna alle financiële instellingen heel hoog op de agenda. Is het niet vanuit de regelgeving die eraan komt, dan is het wel vanuit hetzelfde als ING; het geloof van duurzame business is betere business. Dus wat dat betreft denk ik dat duurzaamheid er goed voorstaat. Zijn we er? Zeker niet. Duurzaamheid kan nog veel meer geïntegreerd worden in de besluitvorming, we kunnen nog veel ambitieuzer zijn als het gaat om het helpen van bedrijven in die hele transitie.”

Zelf blijft ze graag bijdragen aan het verwezenlijken van die ambitie, waarbij ze hoopt dat het idee van duurzaamheid zo’n structureel raakt ingebed in ons bewustzijn dat we er automatisch invulling aan geven in alles wat we doen. “Duurzaamheid hoeft niet de hoofdmode te zijn, maar ik zal het nooit meer verliezen. Dat merk je eigenlijk ook bij iedereen die in de duurzaamheid gewerkt heeft; het blijft iets dat je mee gaat nemen. Dat is ook waarom ik het uiteindelijk als mainstream zou zien, omdat je wil dat mensen het gewoon als een stukje vanzelfsprekendheid gaan meenemen.”

In het gesprek tussen Broekema en Schreve kwamen nog vele andere thema’s aan bod – zoals Schreve’s tijd als topsporter, haar jeugd en opleiding, de rol van duurzaamheid in haar privéleven en haar advies aan professionals die nog aan het begin van hun loopbaan staan. Geïnteresseerd? De hele podcast is hier gratis te beluisteren.