ABN AMRO verkoopt belang in Maas Capital
ABN AMRO verkoopt zijn deelnemingen van Maas Capital – een onafhankelijke dochteronderneming van de bank – aan de investeringsfondsen van EnTrust Global. Het gaat in totaal om vijftien deelnemingen in shipping, intermodal- en offshore assets – zowel ‘controlling’ als ‘non controlling’ deelnemingen.
De staatsbank en Maas Capital investeren samen met ervaren industriespelers in tankers, droge-lading schepen, containersectoren en duurzame projecten binnen de scheepvaart, olie- en gasindustrie. “Maas Capital focust op co-investeringen en joint ventures met ervaren en respectabele spelers binnen de maritieme scheepvaart en offshore services industrie”, schrijft de bank.
De verkoop past in de strategie van ABN AMRO – zoals die in augustus 2020 werd aangekondigd – om zijn niet-kernactiviteiten af te bouwen. De bank geeft aan als kredietverlener nauw betrokken te blijven bij klanten uit de Europese scheepvaartsector. Tevens wil de bank zich, voor wat betreft equity-activiteiten, richten op digitalisering, duurzaamheid en overige corporate investeringen.
Het team van Maas Capital gaat, als onderdeel van het Maas Capital platform, over naar de koper en blijft verantwoordelijk voor het managen van de betreffende deelnemingen. De afronding van de verkoop staat gepland in het derde kwartaal van dit jaar en zal naar verwachting een bescheiden netto positief effect hebben op de kapitaalratio’s. Overigens is de verkoop onder voorbehoud van de goedkeuring van relevante stakeholders.
Herevaluatie van de strategie
Waar de mondiaal actieve zakentak van ABN AMRO ooit het pronkstuk van de bank was, is dat al een tijdje niet meer het geval. In het eerste kwartaal van 2020 zorgden twee klantdossiers – waaronder Wirecard – voor ruim €400 miljoen aan voorzieningen. ABN AMRO-CEO Robert Swaak gaf destijds aan een bank te zien met een gematigder risicoprofiel, waar een uitgebreide zakelijk tak niet bij past.
Tijdens de toelichting van de halfjaarcijfers van 2020 kondigde Swaak een herevaluatie van de strategie van de bank aan. “Corporate & Institutional Banking gaat zich focussen op klanten in Noordwest-Europa en op Clearing en we trekken ons terug uit alle niet-Europese corporate banking-activiteiten. De activiteiten van Trade & Commodity Finance worden volledig beëindigd en in Natural Resources en Transportation & Logistics gaan we ons uitsluiten richten op Europese klanten. Daarnaast hebben we de kredietvoorwaarden en – limieten aangescherpt om ook aan een gematigd risicoprofiel bij te dragen.”