Mogelijk-CEO Folkert Eggink: ‘Wij sluiten geen molens uit, maar zoeken naar een iemand die in een molen wil investeren’
Mogelijk werd vijf jaar geleden door een projectontwikkelaar, een makelaar en een marketeer opgericht. In de slechts vijf jaar staat de teller van de fintech op ruim 3.000 gefinancierde vastgoedobjecten met een totale financieringswaarde van meer dan €600 miljoen. Hoe valt dat succes in zo’n korte tijd te verklaren? In gesprek met Banken.nl geeft algemeen directeur Folkert Eggink een kijkje in de keuken van de vastgoedfinancier.
Eggink behoort zelf niet tot de oorspronkelijke grondleggers van Mogelijk. Een jaar geleden werd hij door hen aangesteld om als algemeen directeur het bedrijf naar nieuwe hoogtes te sturen. Hij heeft ruim vijftien jaar ervaring in de financiële sector, waar hij het grootste deel van zijn carrière verscheidene functies vervulde bij ING en Nationale-Nederlanden. Zo werkte hij onder andere als relatiemanager en vicepresident bij ING Real Estate Finance.
De opdracht
Het verhaal van Eggink over het succes van Mogelijk begint bij het begin, toen de fintech vijf jaar geleden door de drie ondernemers (Maarten Rövekamp, Annemieke Schoonderwoerd en Pablo de Loor) werd opgericht. Het drietal merkte vanuit de markt op dat het voor ondernemers steeds lastiger werd om financiering te krijgen van de bank voor bijvoorbeeld de aankoop van het eigen bedrijfspand.
Het trio zette de hypotheekaanvragen uit in het eigen netwerk en konden al gauw gewillige investeerders koppelen aan ondernemers. Eggink grapt dat de ondernemers al snel in de gaten hadden dat ze dit concept voor een breder publiek toegankelijk moesten maken. “Sindsdien is het hard gegaan”, stelt de CEO. “Mogelijk heeft elk jaar verdubbeld en inmiddels zitten we op ruim €600 miljoen gefinancierd vermogen. We zijn goed op weg om volgend jaar de barrière van €1 miljard aan gefinancierd vastgoed te doorbreken.”
Feitelijk gezien heeft het succes van Mogelijk de introductie van Eggink bij het bedrijf ingeleid. De algemeen directeur legt uit dat de geldstromen bij Mogelijk steeds groter werden. “Daar hoorde een breder team bij met een bredere werk- en kennisachtergrond.” De oprichters besloten daarop een vast directieteam aan te stellen. Naast Eggink, versterkten ook Dirk Jan van der Hoeden (directeur verhuurhypotheken en institutionele markt) en Ferry de Vries (financieel directeur) de directie. Overigens zijn de grondleggers als partners nog steeds betrokken bij het reilen en zeilen binnen het bedrijf.
De boodschap aan de nieuwe bedrijfstop was daarbij helder: niet consolideren, maar uitbouwen! Het eerste jaar van Eggink stond dan ook vooral in het teken van doorschalen. “Binnen één jaar is ons personeelsbestand gegroeid van 40 naar ruim 80 werknemers. We hebben daarbij flink geïnvesteerd in de kennis en kunde van onze mensen. We passen inmiddels niet meer met z’n allen aan de keukentafel, maar ik denk dat we er heel goed in zijn geslaagd om onze bedrijfscultuur te behouden.”
Geen regels maar mogelijkheden
Het viel Eggink bij zijn start gelijk op dat de fundering van Mogelijk bijzonder sterk was. De CEO verklaart het succes van de fintech deels aan de hand van twee unieke onderscheidende krachten. “Wij werken niet met regels of ander soort inkomenstoetsen, maar met investeerders. Simpel gezegd hoeven we maar één investeerder te vinden die een financieringsaanvraag ziet zitten.” Deze flexibiliteit stelt Mogelijk in staat om projecten te helpen financieren die andere partijen links laten liggen. “Wij sluiten geen molens uit, maar zoeken naar een iemand die in een molen wil investeren.”
Een eigenschap met een extra positieve bijwerking, zag Eggink na verloop van tijd. Hij merkte namelijk op dat de klanten van Mogelijk en de investeerders één en hetzelfde DNA hebben. Eggink legt uit dat de eerste ondernemers die bij Mogelijk aanklopten met een financieringsaanvraag inmiddels zelf vastgoedbeleggers zijn geworden. “Ondernemers groeien door en besluiten met regelmaat om het extra vermogen weer in nieuwe projecten te investeren, waaronder bij ons. De partijen die bij ons aankloppen delen hetzelfde profiel, ze weten daardoor precies wat ze aan elkaar hebben.”
De tweede onderscheidende kracht heeft volgens Eggink te maken met de snelheid waarmee Mogelijk opereert. “We hebben een ontzettend makkelijk digitaal aanvraagproces. Een ondernemer vult zijn financieringsaanvraag en contactgegevens in en krijgt middels een geautomatiseerd proces een aanbod. Wordt dat aanbod interessant bevonden, dan gaan we gelijk met elkaar in gesprek. Binnen 24 uur heeft een ondernemer duidelijkheid.”
Geen concurrentie
Niet alleen het bedrijfsprofiel maakt Mogelijk onderscheidend, de positie die het bedrijf inneemt in de markt is dat ook. Zo benadrukt Eggink dat Mogelijk geen concurrent is van de reguliere banken. Sterker nog, volgens de CEO vult de fintech de bancaire sector juist aan. “Ondernemers zitten bij een bank omdat ze de tijd hebben om te wachten of omdat ze akkoord zijn met de voorwaarden die een bank stelt. Een bank hanteert natuurlijk ook gewoon lagere rentes. Maar als je niet akkoord bent met de voorwaarden of simpelweg sneller moet schakelen, dan kom je bij altfi’s zoals ons terecht.”
Vanuit crowdfunders of de institutionele markt ondervindt Mogelijk wel concurrentie, al stelt Eggink dat beide sectoren eigenlijk ook weer niet volledig concurreren. “Waar crowdfunders feitelijk gezien hetzelfde kunnen doen als wij – en meer – ontbeert het ze aan specialistische kennis waardoor ze inboeten aan handelingssnelheid.”
“Voor de institutionele markt – de NIBC’s van de wereld – geldt dan weer dat ze niet dezelfde clientèle bedienen. Dergelijke investeringsbanken behandelen alleen vastgoedbeleggers en projectontwikkelaars. Beide groepen komen ook bij ons, maar wij helpen ook de ondernemer met hun financiering.” Eggink concludeert dan ook dat Mogelijk wel degelijk concurrenten heeft, maar dat er geen één partij bestaat die precies hetzelfde doet.
“Woningen worden steeds waardevoller, terwijl winkels en kantoorpanden juist aan waarde inboeten.”
Hij legt uit dat die speciale positie van Mogelijk ook terug te vinden is in de wet- en regelgeving waaraan de fintech moet voldoen. Volgens de nieuwe Europese regelgeving wordt Mogelijk gezien als crowdfunder. Dit betekent dat het bedrijf moet voldoen aan specifieke wetgeving (ECSP), maar ook gewoon valt onder de Wwft. “Het AML-proces is ontzettend belangrijk voor ons. We werken natuurlijk met particulier vermogen – als blijkt dat het ergens geen zuivere koffie is, dan kunnen we de deuren wel sluiten. Het is voor ons dan ook van essentieel belang dat we ons AML-proces op orde hebben.”
De toekomst
Met Mogelijks unieke positie in de markt kijkt Eggink vol vertrouwen naar de toekomst van het bedrijf. Daarbij biedt ook de levendige vastgoedmarkt de komende jaren waarschijnlijk volop kansen. Volgens Eggink is de vastgoedmarkt altijd in beweging en kijken we slechts naar een momentopname van de markt. “Iedereen ziet natuurlijk de dat de huidige woningmarkt oververhit is door een veelvoud aan oorzaken – een echte perfect storm.”
“Ik ben echter vooral benieuwd hoe de markt weer gestabiliseerd kan worden.” Woningtransformaties spelen daarin volgens Eggink een belangrijke rol. “We zien dat woningen waardevoller worden, terwijl winkels en kantoorpanden juist aan waarde inboeten.”
Eggink wijst daarbij naar de aanstaande transformatie van het oude hoofdkantoor van ABN AMRO, waarbij een deel van het kantoor wordt omgebouwd naar appartementen. “Uiteraard kan niet elke winkel of kantoorpand getransformeerd worden, maar ik verwacht wel dat wonen, werken en horeca steeds meer door elkaar heen zullen lopen. Een hele interessante trend waarbij wij ook een belangrijke rol kunnen vervullen. Elk project moet uiteindelijk ‘mogelijk’ gemaakt worden met behulp van de juiste financiering”, lacht Eggink.