‘Het systeem van binnenuit veranderen’: Jeroen Rijpkema over een einde aan fossiele energie
“We hebben allerlei afspraken gemaakt over het tegengaan van de opwarming van de aarde, maar niet over het uitfaseren van fossiele energie.” Triodos-CEO Jeroen Rijpkema is terug bij Leaders in Finance en legt de vinger op de zere plek. In gesprek met Jeroen Broekema gaat hij in op wat de mens te doen staat op de weg naar een groenere planeet.
Vrijwel alle wetenschappers zijn het erover eens: we moeten met zijn allen iets doen aan de opwarming van de aarde. Het klimaat verandert dusdanig snel dat de verschillen zelfs binnen de duur van een mensenleven merkbaar zijn. In 2015 werd er een belangrijke stap gezet met het sluiten van het Parijsakkoord, maar over het uitfaseren van fossiele energie ontbreken harde afspraken.
Het Fossil Fuel Non-Proliferation Treaty Initiative kan worden gezien als een reactie op het uitblijven van concrete stappen. Het verdrag bevat afspraken tussen diverse overheden, ngo’s zoals de WHO en andere belanghebbenden.
Inmiddels hebben dertien landen en diverse overheidsinstellingen, parlementen, gemeenten, internationale wetenschappers en Nobelprijswinnaars zich aangesloten. De corporate wereld doet ook mee: twintig banken (waaronder Triodos) en uiteenlopende bedrijven hebben de afgelopen tijd hun naam onder het verdrag gezet.
Met het verdrag roepen ze organisaties én burgers op om het winnen en gebruiken van fossiele brandstoffen zoveel mogelijk te beperken, waarna ze het gebruik op een rechtvaardige en eerlijke manier willen afbouwen.
“De consequenties worden op de hele mensheid afgewenteld.”
De deelname van Triodos is geen verrassing: het verdrag is eigenlijk een thuiswedstrijd: de bank heeft het vergroenen van geldstromen in zijn DNA zitten. “Triodos probeert van binnenuit het financiële systeem te helpen veranderen, omdat dit op zijn beurt richting geeft aan de geldstromen”, vertelt Jeroen Rijpkema in de Leaders in Finance-podcast.
Tegenstrijdige belangen
De klappen van klimaatverandering komen in sommige landen extra hard aan. “Het initiatief komt oorspronkelijk van een aantal eilandstaten in de stille oceaan die zien dat door het stijgen van de zeespiegel hun voortbestaan op langere termijn in gevaar komt”, legt Rijpkema uit. “Maar inmiddels heeft ook een land als Colombia zich aangesloten.”
En dat is volgens Rijpkema best opmerkelijk. “Colombia is een tamelijk welvarend land en een van de grotere steenkoolproducenten en exporteurs ter wereld. En zij geven dus ook aan, wij moeten hier vanaf.”
Het ondertekenen van dit verdrag is dan ook niet niks. Een land dat het verdrag ondertekent onderschrijft de noodzaak van het afkicken van de verslaving aan fossiele energie. “Dat je bereid bent daar de consequenties voor te accepteren. Dus voor Colombia zal het betekenen dat een belangrijk exportproduct op termijn gaat verdwijnen.”
Makkelijk is dat niet. Aan de ene kant zullen er Colombianen zijn die verheugd zijn met het initiatief, omdat ze de gevolgen van klimaatverandering van dichtbij kunnen zien of ze zelf ervaren.
Aan de andere kant kan het voor de lokale bevolking die haar brood verdient met het exporteren van kolen lastig te verteren zijn dat zij stoppen met het exporteren van kolen, terwijl dat naburige landen daar vrolijk mee doorgaan en er baat bij hebben als Colombia dat niet meer doet.
De urgentie van mondiale samenwerking
Nu klimaatverandering wereldwijd steeds duidelijker voelbaar wordt, groeit ook het besef dat alleen collectieve actie een verschil kan maken. “Er zijn alternatieven voor fossiele brandstoffen. Daar moet je een keer mee beginnen en dat moet je wereldwijd willen afspreken, geeft Rijpkema aan.
De uitdaging zit deels in de uiteenlopende belangen tussen landen en sectoren. De fossiele industrie blijft lonken door de economische voordelen op de korte termijn. Maar waar de hoge winsten slechts bij een kleine groep terechtkomen, dragen we allemaal de lasten.
"Vooral de Angelsaksische banken lijken niet zo’n haast te hebben.”
“De consequenties worden op de hele mensheid afgewenteld”, benadrukt Rijpkema.
Gelukkig ziet hij dat de steun voor initiatieven zoals het Fossil Fuel Non-Proliferation Treaty toeneemt, waarbij nu ook centrale banken zoals de ECB een rol spelen door aandacht te vragen voor de risico’s van fossiele investeringen. “Ze renderen doorgaans veel korter dan aanvankelijk gedacht. Initiatieven als deze wijzen erop dat er langzaam een wereldwijde consensus ontstaat om het roer om te gooien.”
Inspiratie uit het Montreal-protocol
Een vergelijkbare mondiale samenwerking is eerder succesvol gebleken: het Montreal-protocol van 1987. Rijpkema wijst op de grote impact van dit initiatief. Destijds besloten landen gezamenlijk om het gebruik van drijfgassen, schadelijk voor de ozonlaag, af te bouwen.
“Dat plan bleek uiteindelijk zeer goed uitgedacht, waarbij landen elkaar op de juiste manier ondersteunden en waarbij er een trackingsysteem werd gebruikt dat men in staat stelde om de voortgang te volgen.”
Inmiddels heeft deze aanpak zich bewezen – de ozonlaag herstelt zich, en de VN melden dat het aantal sterfgevallen door huidkanker fors is gedaald.
Het Montreal-protocol laat zien dat internationale samenwerking daadwerkelijk een impact kan hebben, zelfs bij grootschalige milieuproblemen. Het succes van toen kan ons ook nu inspireren om de klimaatverandering serieus aan te pakken. “Als we vergelijkbare stappen kunnen zetten voor fossiele brandstoffen, dan maken we een reële kans op een groene toekomst.”
Financiële sector als hefboom voor verduurzaming
De financiële sector speelt hierbij een cruciale rol. Banken kunnen niet alleen de uitstroom van fossiele brandstoffen ontmoedigen, maar ook investeren in duurzame alternatieven. “Enerzijds het uitfaseren van fossiel en het investeren in groen. Beide moeten we vol omarmen en vol willen realiseren,” stelt Rijpkema.
Voor Triodos roept ook andere banken op om eenzelfde route te bewandelen en fossiele projecten volledig uit hun financiering te schrappen. De houding van banken verschilt echter wereldwijd: “Er zijn banken die hebben aangekondigd in 2040 bepaalde activiteiten niet meer te zullen financieren. Al lijken vooral de Angelsaksische banken niet zo’n haast te hebben.”
"Niet iedereen kan dezelfde lasten dragen, dus we moeten het samen doen.”
Nederlandse branchegenoten zoals ASN tonen hierin meer daadkracht, maar de transitie verloopt wereldwijd gezien nog traag. Rijpkema hoopt dat het Fossil Fuel Non-Proliferation Treaty uiteindelijk een vergelijkbare impact zal hebben als het Montreal-protocol, met de financiële sector als hefboom voor verandering.
Wat een burger kan doen
Wat bedrijven en overheden kunnen doen is dus duidelijk. Rijpkema doet daarbij een beroep op het individu. Ten eerste roept hij iedereen op om het Burgerinitiatief Afscheid van Fossiel te ondertekenen, dat Triodos samen met een grote groep partners heeft gelanceerd.
“Daarnaast kun je kijken naar de klimaatimpact van je eigen gedrag”, geeft hij aan. “Ik ga niemand hierin beleren, maar ik denk dat we met ons gedrag ook daadwerkelijk individueel een bijdrage kunnen leveren aan het beheersen van negatieve klimaateffecten.”
“Wanneer we dat doen en daarnaast de belangrijkste veroorzakers van CO2-uitstoot aanpakken, zowel met de financiële sector als met overheden, gaat dat zeker een effect hebben.”
Ondertussen gaan veel discussies over doemscenario’s en over de vraag of we wel realistisch naar de toekomst kijken. Rijpkema is eerlijk: “Als we nu niet iets doen, gaat het helemaal fout.”
Daar ligt dus ook een belangrijke rol voor de financiële sector, besluit hij. Die moet daadwerkelijk geld sturen naar activiteiten die duurzaam en volhoudbaar zijn. “Het gaat erom dat we met elkaar zorgen dat het een geleidelijke aanpassing is, zodat iedereen eraan kan wennen en dat het eerlijk en rechtvaardig is. Niet iedereen kan dezelfde lasten dragen, dus we moeten het samen doen.”
In de podcast gaan Jeroen Rijpkema en Jeroen Broekema nog veel dieper in op het verdrag en de noodzaak van het uitfaseren van fossiele brandstoffen. Klik hier om de volledige aflevering te beluisteren.