KAS Bank discussieert met markt over nieuw FTK
Op 1 januari 2015 treedt het nieuwe Financieel Toetsingskader (FTK) voor pensioenfondsen in werking. Een onderdeel waar nog niet veel over gesproken is, zijn de verplichte rapportages die pensioenfondsen moeten opleveren aan DNB, de FTK staten. De Nederlandsche Bank heeft met deze staten een duidelijk doel voor ogen. Zij wil de kwaliteit van het toezicht verscherpen en meer inzicht verkrijgen over het financiële reilen en zeilen van de Nederlandse pensioenfondsen. Zo moet voortaan onder meer specifiek over de derivaten in beleggingsfondsen in de beleggingsportefeuilles worden gerapporteerd, moet er meer worden getoond over rente- en kredietrisico's en wordt flink uitgebreid in onderliggende beleggingscategorieën.
Nieuw FTK: meer transparantie, meer verantwoording
Het nieuwe FTK past in de trend naar meer transparantie en meer verantwoording van pensioenfondsen richting toezichthouders, deelnemers en andere belanghebbenden van het fonds. Dat leidt ertoe dat bij sommige kwartaalstaten meer dan 1.200 velden ingevuld moeten worden. De benodigde data moeten door het pensioenfonds zelf bij elkaar worden gebracht. Daarvoor is o.a. de medewerking van de vermogensbeheerder(s) vereist. Het verzamelen van alle data is een enorme klus waarvoor niet alle pensioenfondsen zijn toegerust. Zij besteden deze taak daarom liever uit aan een derde partij die voor hen de volledige FTK rapportage verzorgt.
Masterclass FTK: bijpraten en discussiëren over impact FTK
Over de precieze invulling van het nieuwe FTK bestaat nog de nodige onduidelijkheid. KAS BANK organiseerde een Masterclass onder de titel ‘Het FTK van A tot Z.’ Een breed samengesteld deelnemersveld van in totaal 30 bestuurders, uitvoerders, consultants en een vermogensbeheerder, werd bijgepraat en discussieerde over de impact van het FTK 2015. In het eerste deel van de masterclass presenteert Chris van der Gulik (Senior Risk & Performance specialist bij KAS Bank) de huidige opzet en inrichting van de FTK kwartaalstaten. Daarna bespreekt Robbin van Cadsand (Product Manager Risk & Reporting bij KAS Bank) de sturingsmechanismen voor het toezicht door DNB: de nieuwe UFR curve en de aanpassing van de parameters betreffende het Vereist Eigen Vermogen (VEV). Voor de bepaling van de rentetermijnstructuur komt een nieuwe methodiek, de C-UFR. De C-UFR curve kan substantiële verschillen opleveren bij de berekening van de nieuw in te voeren beleidsdekkingsgraad. Bij het VEV worden parameters verhoogd, maar voor kredietrisico naar verwachting heel anders ingericht, waardoor pensioenfondsen voor staatsobligaties significante buffers moeten aanhouden. Daarnaast is er een trend dat het standaardmodel vervangen gaat worden door (partieel) interne modellen oftewel maatwerk. Van Cadsand benadrukt nog maar eens dat de bestuurders altijd zelf verantwoordelijk zijn voor de controle of het standaardmodel van DNB voldoet voor hun pensioenfonds. Uiteraard kunnen zij zich daarbij laten ondersteunen door een derde partij.
Look through informatie belangrijke aandachtspunt
Een ander belangrijk aandachtspunt in het FTK is de look through informatie over de onderliggende beleggingen in beleggingsfondsen. De focus is hierbij vooral gericht op derivaten. DNB wil inzicht in exposures en de impact van voorgeschreven schokscenario’s voor verschillende derivaten categorieën kunnen analyseren. Maar hoe kunnen de fondsen alle derivatencontractinformatie boven water krijgen? Daarvoor is de medewerking van de vermogensbeheerder vereist of een onafhankelijke waardebepaling door derden. Na de twee presentaties barstte een geanimeerde discussie los. Een Werkgroep van DNB bespreekt de voorstellen van DNB in relevantie tot de markt. Vrijwel alle deelnemers aan de Masterclass plaatsten hier kanttekeningen bij. Zij waren het er snel over eens dat het nieuwe FTK veel werk, tijd en geld kost. De nieuwe staten zijn zo gedetailleerd dat het erg moeilijk wordt om alle benodigde informatie boven tafel te krijgen. Tegelijkertijd wordt DNB stringenter bij de handhaving van haar beleid. Fondsen die niet, te laat of onjuist rapporteren kunnen een fikse bestuurlijke boete tegemoet zien. En de rekening komt uiteindelijk bij de deelnemers terecht. “De nieuwe beleggingsstaten lopen zo flink in de papieren”, aldus Van Cadsand.