Tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer hebben ABN, ING en Rabobank aangegeven geen extra prikkels nodig te hebben in het zogeheten derivatendossier. Vanuit de ondernemersorganisaties en sommige politieke partijen komt de roep om extra vaart in het dossier, maar de banken geven aan uiterlijk dit jaar alles af te willen ronden.
Ruwweg tussen 2005 en 2009 verkochten diverse grote banken rentederivaatproducten aan ondernemers in het midden- en kleinbedrijf. Deze producten waren bedoeld om ondernemers in te dekken tegen een stijging van de rente op hun bedrijfsleningen. De rente ging echter dalen – voor veel van de ondernemers onverwacht – en dat bracht extra kosten met zich mee. In 2012 besteedde de Autoriteit Financiële Markten (AFM) voor het eerst aandacht aan de affaire en besloot dat de producten opnieuw beoordeeld moesten worden en ondernemers daar waar terecht moesten worden gecompenseerd.
In 2016 gingen zes betrokken banken - ABN AMRO, ING, Rabobank, Van Lanschot, SNS Bank en Deutsche Bank - akkoord met een grote compensatieregeling. In het zogeheten uniforme herstelkader dat door de AFM aan de banken werd voorgesteld, staat dat alle derivaatklanten recht hebben op een compensatie gelimiteerd tot 20% van de betaalde rente met een maximum van €100.000 per klant. Na enige aarzeling, gingen alle zes banken hiermee akkoord.
In de praktijk blijkt het echter niet eenvoudig om alle afzonderlijke dossiers te beoordelen en te bepalen welke ondernemer exact recht heeft op hoeveel compensatie. Daarbij moeten controleurs van buiten de banken de dossiers nog nalopen en daardoor gaat er meer tijd overheen dan iedereen wenst. Voorman van ondernemersvereniging OLN Hans Biesheuvel is er inmiddels wel klaar mee: “Er moet nu een harde deadline komen voor wanneer dit is afgehandeld”, vindt Biesheuvel. Als deadline stelt hij 1 juli aanstaande voor. “Met een sanctie voor banken die dit niet halen. Anders voeren we dit gesprek over vijf jaar nog.”
Noodzaak is duidelijk
Tot dusver hebben de banken al wel €700 miljoen aan voorschotten uitgekeerd. In totaal moet dit nog oplopen tot ongeveer €1,5 miljard, voor een totaal van zo’n 19.000 ondernemers. Wat betreft de banken is er geen extra prikkel nodig voor een definitieve afhandeling van de kwestie. De banken streven naar afhandeling van de kwestie voor het einde van 2018. Topman Wiebe Draijer van Rabobank: “Ik heb oprecht geen aanvullende prikkel nodig om dit snel op te willen lossen.” Hij wordt aangevuld door zijn collega van ABN AMRO Kees van Dijkhuizen: “We kunnen gewoon niet harder werken.” Ook de rentederivatencommissie van de AFM ziet geen heil in extra prikkels. Volgens de AFM is controle belangrijk, juist omdat het een hele complexe zaak betreft.