Theo Kocken: ‘Economen moeten niet voorspellen maar voorstellen’
Mensen houden van voorspelbaarheid. Al sinds mensenheugenis proberen we de werkelijkheid te vatten in overzichtelijke modellen die ons controle bieden over onze wereld. Tenminste, dat is het idee. Volgens Theo Kocken is dit gevoel van controle grotendeels een illusie. En in deze illusie schuilt zelf weer een groot gevaar: bedrijven die denken dat alle risico’s kunnen worden uitgebannen hebben geen oog voor de fundamentele onzekerheden die altijd op de loer liggen.
Theo Kocken (56) houdt zich al zo’n drie decennia bezig met risico’s. Na verschillende risicomanagementfuncties bij de Bank Nederlandse Gemeenten, ING en de Rabobank richtte hij in 2000 Cardano op, een bedrijf dat pensioenrisico’s afdekt. Sinds 2010 is hij bovendien hoogleraar Risicomanagement aan de VU.
Ook schreef hij verschillende boeken en vele artikelen over risicomanagement en pensioenfondsen, is hij veelgevraagd spreker én maakte hij meerdere films, waaronder ‘Boom-Bust-Boom’ met Terry Jones van Monty Python en een waslijst aan prominente sprekers zoals Nobelprijswinnaars Daniel Kahneman en Robert Shiller, Paul Krugman en Willem Buiter.
Al met al geldt Kocken als een van de meest invloedrijke denkers op het gebied van pensioenen en risico’s. En deze risico’s worden structureel verkeerd benaderd, zo vertelde hij onlangs tegen Jeroen Broekema, die Kocken sprak in zijn Leaders in Finance-podcast: “Ik zie dat mensen gewoon verkeerd met risico’s omgaan. Ze bekijken risico’s continu heel nauw via statistische modellen en zijn daarna verrast door wat er gebeurt.”
Het probleem is dat mensen zichzelf en hun vermogen om de wereld te controleren nogal eens overschatten. We maken modellen van de werkelijkheid en denken dan te kunnen voorspellen wat er zal gaan gebeuren.
Mensen prijzen zichzelf aan als ondernemend door te verkondigen dat ze denken in kansen. Dit is volgens Kocken lang niet altijd een goed idee. “Wat ik altijd zeg vanuit finance is: we moeten helemaal niet denken in kansen. Als econometrist ben ik opgevoed in kansen en ik kwam er in de praktijk achter dat die kansen altijd verkeerd werden ingeschat: die kennen we niet.”
In plaats daarvan moeten we volgens Kocken denken in consequenties: “Wat wil ik niet hebben? Wat kan ik niet leiden als organisatie, welke risico’s moet ik weghalen en welke risico’s kan ik accepteren?”
Van voorspellen naar voorstellen
Dat betekent dus niet dat elk risico moet worden vermeden – in tegendeel: Kocken probeert juist duidelijk te maken dat risico een onvermijdbaar onderdeel is van het leven. Om zo goed mogelijk om te gaan met die fundamentele onzekerheid, is het essentieel om verder te kijken dan economische modellen: we moeten van voorspellen naar voorstellen. We moeten niet denken dat we weten wat er gaat gebeuren, maar een voorstelling maken van wat er allemaal zou kunnen gebeuren.
“De economische wetenschap moet ook een wetenschap worden want het is nu meer een soort astrologie.”
“Bij de ING waren we al meer met scenario-denken bezig”, vertelt Kocken. “Breder denken en werelden inbeelden en bedenken hoe je dan gaat handelen als er dingen fout gaan.”
Notabene vanwege regelgeving verdween deze manier van risicomanagement echter steeds meer, met alle gevolgen van dien. “We kregen steeds meer regelgeving, die zei: ‘Je moet zo en zo dingen berekenen en je moet die regeltjes volgen.’ Dat is ook één van de redenen geweest van de financiële crisis, omdat we te veel op regels en op eendimensionale formules gingen leunen.”
De illusie van zekerheid
Dat wilde Kocken anders doen. Daarom richtte hij Cardano op. Het bedrijf managet risico’s zonder daarbij de illusie in leven te houden dat deze risico’s volledig zijn uit te sluiten. Met het bedrijf wil hij bijdragen aan een samenleving die “weerbaar is tegen die fundamentele onzekerheid”.
“Later ben ik ook steeds meer gaan beseffen dat het een vakgebied is van complexiteit”, zegt hij over de filosofie die ten grondslag ligt aan Cardano. “Het denken in complexiteit en chaostheorie – dat de wereld continu tussen orde en chaos zweeft en hoe je daarmee om moet gaan – dat past heel goed bij de missie.”
Ook vanuit zijn rol als hoogleraar probeert Kocken bij te dragen aan deze missie. En daarbij deinst hij niet terug voor stevige kritiek op de academische wereld: “De economische wetenschap moet ook een wetenschap worden want het is nu meer een soort astrologie.”
Zwarte zwaan?
Het onderwijs werkt volgens Kocken actief mee aan het in stand houden van het idee dat de wereld maakbaar en voorspelbaar is. Terwijl de wereld keer op keer het tegendeel bewijst. Zo verbaast Kocken zich over hoeveel mensen in 2008 volledig werden verrast door de financiële crisis.
“Ik lees nog wekelijks over mensen die dat een black swan noemen. Dan denk ik: ‘Black swan? Dit is zo vaak voorgekomen.’ Toen ik bij de ING werkte zag ik het in landen zoals Argentinië en Brazilië continu gebeuren. Als je boeken leest van John Kenneth Galbraith lees je over de geschiedenis van al die booms en busts. Ze zijn allemaal hetzelfde. Als je Hyman Minsky leest zie je precies hoe het proces zich voortzet over opbouwende schulden en euforie die ontstaat door die schulden. Dan zijn mensen verbaasd? Dan denk ik: ‘Wat is er met ons onderwijs aan de hand?’”
In plaats van de illusie te geven van voorspelbaarheid moet het onderwijs een bijdrage leveren aan ons voorstellingsvermogen, zodat mensen niet elke keer weer overrompeld worden als het onverwachte gebeurt. “Mensen zijn helemaal niet meer weerbaar voor onzekerheden. Ze kunnen zich helemaal niet meer indenken. Voorspelbaarheid is niet meer voorstelbaarheid. Je iets voorstellen is iets veel mooier dan voorspellen. Voorspellen is voor astrologen en voorstellen is voor economen.”