Rabobank zet klantverhalen in voor communicatie

26 mei 2015 Banken.nl 1 min. leestijd
Profiel
Meer nieuws over

Onder het motto ‘een aandeel in elkaar’ ging vorige week de nieuwe tv commercial van de Rabobank van start. Deze keer gaat de commercial over woonwensen. Het vertelt het echte verhaal van Felie en Bart uit Noord-Holland, en hun zoektocht naar hun droomhuis. Felie wilde haar ouderlijk huis kopen, maar de financiering ervan bleek een uitdaging. In de nieuwe commercials vormen Rabobank-klanten met hun verhalen de basis. Ze vertellen hun verhaal en het aandeel van de bank hierin.

Aandeel in elkaar

De commercial toont het verhaal van het jonge gezin van Felie en Bart uit het Noord-Hollandse Schoorl. Met een tweede kind op komst, wilde het jonge gezin graag verhuizen. Eind vorig jaar kocht het stel de woning van haar vader in Schoorl. Haar moeder is onlangs overleden. Vader wilde verhuizen en zij vonden het een mooi idee om de woning te kopen met herinneringen aan haar moeder, maar vooral om, zoals ze het zelf zegt, haar ‘eigen geschiedenis te schrijven met hun eigen gezin’. De hypotheek was nog een uitdaging, want ze hadden beiden een tijdelijk contract en er was nog een restschuld. De vader was bereid om een schenking te doen. Samen met de hypotheekadviseurs van de Rabobank, hebben ze de hypotheek gekregen waarmee ze hun droomhuis hebben kunnen kopen. 

Rabobank - Een aandeel in elkaar

Hoofdrol voor de klant

Klanten staan centraal in de campagne en vervullen de hoofdrol in de campagne. Heleen Crielaard, verantwoordelijk voor Merk en Marktcommunicatie bij Rabobank: “De wonen commercial is de derde commercial na de introductiecampagne ‘Manifesto’ in de nieuwe serie commercials ‘Aandeel in Elkaar’, waarin we onze klanten de hoofdrol laten vervullen. Uit onderzoek en scores blijkt dat deze nieuwe aanpak door het Nederlands publiek wordt gewaardeerd. Onder andere vanwege de authenticiteit, want het gaat om echte mensen, met echte verhalen, waarin hun passie centraal staat. De waardering zien we ook terug op sociale media.”