ABN AMRO: ouders ondersteunen hun kinderen steeds meer

Ouders steunen hun volwassen kinderen financieel steeds meer. Dat blijkt uit onderzoek over schenken dat het Nibud uitvoerde in opdracht van ABN AMRO. Ondanks de crisis springen ouders bij als dat nodig is. Dat gebeurt doorgaans niet op frequente basis, maar meer op onregelmatige momenten.

51 procent van de ouders geeft aan hun kind(eren) financieel te ondersteunen. Dit is een duidelijke toename in vergelijking tot 2010. Toen sprong 41 procent bij. Ruim driekwart van de ouders zegt dat de economische crisis geen invloed heeft op de financiële relatie met hun kind(eren). De financiële ondersteuning gebeurt veruit het meest op onregelmatige basis door geld te geven of lenen als het kind het nodig heeft of erom vraagt.

Praten over geld

Het spreken met de ouders over geld is overigens geen vanzelfsprekendheid. 42 procent van de kinderen geeft aan nooit met de ouders te praten over zijn of haar financiële situatie. ‘Uit het onderzoek blijkt dat het met elkaar praten over geldzaken binnen een familie nog geen gewoonte is. En dat terwijl het juist slim is om dit wel te doen. Als je van elkaar weet wat er speelt, kun je elkaar helpen en voorkom je later misverstanden’, zegt Paulus de Wilt, Algemeen Directeur Particulieren ABN AMRO.

Geld niet nodig, wel sympathiek

Naast geld lenen of af en toe toestoppen is het (fiscaal) schenken van geld een manier om een kind financieel te steunen. De kinderen zetten deze eenmalige of jaarlijkse schenking voornamelijk op hun spaarrekening (30 procent), gebruiken het voor aankoop van een eigen woning (26 procent) of zetten het in voor verbouwing of onderhoud van de woning (21 procent). Iets meer dan de helft van de kinderen vindt de schenking ‘niet nodig, maar wel sympathiek’. 8 procent vindt het niet meer dan logisch geld te krijgen van de ouders.

Uitsluiten aangetrouwde kinderen

Het hebben van een testament is voor ouders nog geen gemeengoed. 44 procent heeft het, waarbij 70 procent heeft vastgelegd dat de totale erfenis naar de langstlevende partner gaat. Opvallend is dat ruim 38 procent in het testament heeft opgenomen dat aangetrouwde kinderen geen recht hebben op de erfenis.