Waar de politiek in de personen van Sigrid Kaag en Rob Jetten onlangs nog positief waren over het verduurzamingsproces van de financiële sector, is de Eerlijke Geldwijzer dat allerminst. Sterker nog, de ngo oordeelt op basis van eigen onderzoek dat de klimaatplannen van de tien grootste banken, verzekeraars en pensioenfondsen van Nederland ernstig tekortschieten.
De Eerlijke Geldwijzer – een initiatief van onder meer Oxfam Novib, Milieudefensie en Amnesty International – liet voor zijn onderzoek de klimaatplannen van de drie grootste banken (ING, ABN AMRO en Rabobank), drie grootste verzekeraars (Achmea, a.s.r. en NN Group) en vier grootste pensioenfondsen (ABP, PFZW, PMT en BpfBouw) doorlichten door onderzoeksbureau Profundo.
Er zou specifiek voor deze tien financiële dienstverleners zijn gekozen, vanwege de “enorme invloed” die zij hebben op de financiering van de energietransitie. Daarnaast is het onderzoek gebaseerd op internationale aanbevelingen voor geloofwaardige klimaatplannen van bedrijven en financiële instellingen.
De belangrijkste conclusie is dat geen van de onderzochte financiële instellingen een voldoende haalt voor hun klimaatplan. Achmea, a.s.r., ABP, ING, PMT en Rabobank scoren met een 5 net geen voldoende. ABN AMRO, BpfBouw en PFZW ontvangen een vier. Hekkensluiter NN Group komt niet verder dan een 3.
Barbara Oosters stipt namens de Eerlijke Geldwijzer aan dat Nederlandse financiële instellingen al in 2019 beloofden om met plannen te komen om hun activiteiten in lijn te brengen met het Klimaatakkoord van Parijs. “Daarvoor gaven ze zichzelf ruim drie jaar de tijd. Ons onderzoek toont aan dat de klimaatplannen van de grote financiële spelers nog steeds aan alle kanten rammelen.”
“Minister Kaag liet eerder weten dat ze in 2023 de klimaatplannen van de financiële sector gaat beoordelen en wetgeving niet uitsluit. De tijd van vrijblijvendheid is echt voorbij”, aldus Oosters.
Kritiekpunten
Op basis van zijn onderzoek concludeert de Eerlijke Geldwijzer dat de klimaatplannen op drie cruciale punten tekortschieten. Ten eerste wordt er niet volledig gemeten en worden er beperkte doelen gesteld. Hoewel de onderzochte partijen wel emissiereductie-doelen voor 2030 hebben gepubliceerd, doen de meeste dit voor een beperkt aantal sectoren of voor een selectie van beleggingscategorieën.
Op die manier nemen de bedrijven volgens de Eerlijke Geldwijzer slechts verantwoordelijkheid voor een deel van hun uitstoot. Zo tellen slechts drie op de tien instellingen (PMT, ABP en BpfBouw) de uitstoot van het gebruik van olie en gas mee in hun CO2-voetafdruk.
Daarnaast ontbreekt het ook aan tussendoelen. Alleen ABP heeft de “ondubbelzinnige ambitie” om de uitstoot van beleggingen in 2030 te halveren ten opzichte van 2019. Bij de meeste financiële instellingen ontbreekt het echter aan doelstellingen voor de korte termijn.
Het tweede cruciale kritiekpunt is dat de onderzochte bedrijven geen uitfaseringsplan hebben voor de olie- en gasindustrie. Volgens de Eerlijke Geldwijzer hebben banken zoals ING en ABN AMRO geen plannen om te stoppen met het financieren van bedrijven die betrokken zijn bij de ontwikkeling van nieuwe olie- en gasvelden.
Pensioenfonds ABP zou de enige instelling zijn die heeft aangekondigd volledig te stoppen met beleggen in producenten van olie en gas in 2023.
Tot slot zijn de acties niet in lijn met de gestelde doelen. Hoewel alle financiële instellingen beweren dat ze hun klanten aanspreken op hun klimaatambities, hanteert minder dan de helft een tijdlijn en concrete doelen om deze ambities ook daadwerkelijk te halen.
Niet snel genoeg
Om de klimaatplannen van de financiële sector wél te laten voldoen aan de internationale richtlijnen, is het wat de Eerlijke Geldwijzer betreft tijd voor extra wetgeving. De ngo wijst daarbij op het bericht van Kaag en Jetten. De ministers gaven aan tevreden te zijn over het verduurzamingsproces, maar erkenden wel dat er wetgeving nodig was om het klimaatcommitment van de sector te ondersteunen.
“We zijn blij dat Minister Kaag vorige week bevestigde dat ze een stap verder wil gaan”, legt Oosters uit. “Zij denkt hierbij aan de invoering van een verplicht klimaatplan voor de financiële sector. Dat is een goede stap in de richtingm maar wij roepen de minister wel op om hier een duidelijke tijdlijn aan te verbinden. Ons onderzoek toont aan dat de financiële sector uit zichzelf niet snel genoeg de noodzakelijke omslag maakt.”