Pim Mol (Rabo Foundation) over impact tot de derde macht tijdens corona
Rabo Foundation investeert al 45 jaar uitsluitend in doelen met maatschappelijke impact. Dat doet de foundation zowel in Nederland als in het buitenland. Alsof de wereld voor veel mensen nog niet uitdagend genoeg was, besloot ook Covid-19 nog een woordje mee te spreken. Wat voor invloed hebben het virus en alle maatregelen op het werk van Rabo Foundation en – nog belangrijker – op de resultaten? In gesprek met Banken.nl vertelt directeur Pim Mol over deze uitdagende tijden en de gevolgen daarvan. Een gesprek waarin vooral het woord ‘impact’ veelvuldig valt.
Zoals dat tegenwoordig gaat vindt ook dit gesprek plaats vanuit huis, met behulp van technologie en een hoop pixels. Dat leidt nu en dan tot vermakelijke interrupties, die bij een fysiek gesprek doorgaans achterwege blijven. De aanleiding van het gesprek is echter niet zo vermakelijk. Die ligt namelijk in Covid-19, het virus dat al bijna het hele jaar de wereld zoals we die kennen ontregelt.
Eerst even over de foundation zelf. Zoals de naam al aangeeft is Rabo Foundation nauw gelieerd aan Rabobank zelf. De Foundation is een impactfinancier. Aan het hoofd staat Pim Mol, die al heel wat Rabo-jaren achter zich heeft liggen. Zo was hij onder meer directeur communicatie en directeur private banking bij de coöperatieve Rabobank. Sinds 2018 is hij directeur van Rabo Foundation.
Van het fonds – dat jaarlijks ongeveer €40 miljoen financiert – wordt zo’n 80% besteed aan boerencoöperaties in Afrika, Azië en Latijns-Amerika. “Kleinschalige boeren worden in deze landen vaak als hoog risico gezien. Dat komt voornamelijk doordat de kans op misoogsten relatief groot is, bijvoorbeeld door extreem weer, maar ook door gebrek aan kennis”, legt Mol uit.
Daarnaast richt de Foundation zich binnen Nederland op het ondersteunen van sociale ondernemers die een rol spelen in het bieden van werk aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. “Dit zijn bijvoorbeeld jongeren zonder startkwalificatie, statushouders, mensen met een beperking en ex-gedetineerden.”
De grootste focus ligt dus op kleinschalige boeren en de coöperaties waar ze lid van zijn in ontwikkelingslanden, een groep die perfect past bij de wortels van Rabobank. “Zoals gezegd is het risico op misoogst hoog en hebben ze geen krediet opgebouwd, reguliere banken staan daarom niet te springen om hen te financieren of rekenen hele hoge rentepercentages. Samen met lokale partijen en ngo’s bieden wij deze groep toegang tot financiering, toegang tot ons netwerk, innovatieve oplossingen en brengen wij kennis. Bijvoorbeeld over het gebruik van de juiste zaden of over multi-cropping, het telen van verschillende soorten gewassen. Op die manier zijn ze minder gevoelig voor misoogsten en krijgen ze ook betere toegang tot internationale markten.”
Impact tot de derde macht
Een van de doelstellingen van Mol is om banken verder te laten kijken dan hun neus lang is. “Ik zie het ook als mijn missie om kredietcommissies af te schaffen. Die kijken te veel naar economische cijfers. In plaats daarvan zouden banken moeten gaan werken met impactcommissies, waarbij banken ook kijken naar de sociale en de ecologische kanten van een investering. Dat willen we ook aan onze eigen bank meegeven. De balans met welzijn wordt nog te vaak vergeten.”
Zover als Mol zou willen is het natuurlijk nog lang niet, maar gevraagd naar de mate waarin banken al meegaan met deze ontwikkeling antwoordt hij: “Wat me opvalt is dat ik het woord impact tegenwoordig veel vaker hoor. Daarbij moet ik wel zeggen dat het etiket er soms te snel wordt opgeplakt, zonder te weten wat je ermee bedoelt.”
Tegen die achtergrond trad plots Covid-19 op het toneel. Dat had allereerst directe invloed op hoe de foundation werkt. “Vooral in de regio’s waar wij actief zijn – Latijns-Amerika, Afrika en Azië – was reizen opeens geen optie meer. Dat bemoeilijkt natuurlijk het werk wat wij doen, iets wat onze mensen ter plaatse ook ervaren.”
Een ander voorbeeld van hoe snel dingen kunnen gaan, heeft betrekking op een traject in India, waarbij vrouwen in rurale gemeenschappen in de buurt Bhopal parttime kippenboerin zijn geworden. “Ons meest succesvolle traject in India”, zegt Mol trots. “Deze vrouwen houden gemiddeld tussen de tweehonderd en achthonderd kippen, naast het huishouden. Door ze groot te brengen en te verkopen creëren ze een waardevolle aanvulling op hun inkomen. Waarmee ze bijvoorbeeld scholing kunnen betalen voor hun kinderen. In februari ontstond plotseling het gerucht dat kippen corona zouden verspreiden. Je raadt het al, er werd geen kip meer verkocht.”
“Banken zouden moeten werken met impactcommissies, die investeringen ook beoordelen op sociale en ecologische impact.”
Pim Mol, Directeur Rabo Foundation
De wereld draait door
Ondanks deze onheilspellende vertellingen valt Mol op dat veel dingen toch gewoon doorgaan, niet in de laatste plaats omdat mensen moeten blijven eten. “Alleen hebben we het ergste gehad? Het zijn nog steeds onzekere tijden want we weten niet hoe lang de pandemie duurt. We zien nu alleen de top van de ijsberg, je weet niet wat je niet ziet. Tot dusverre valt het erg mee met terugbetaalproblemen. Wel hebben we drie noodfondsen in het leven geroepen met elk €250.000. In Colombia hebben we daar bijvoorbeeld desinfectiemachines van gekocht en salarissen van medewerkers vooruitbetaald. Daar is geen NOW-regeling.”
“Ook in Nederland hebben we nog weinig alarmerende berichten gehoord over problemen met terugbetalen. Dat is mede te danken aan de creativiteit van sociaal ondernemers. Neem bijvoorbeeld een bedrijf als de Koeckebackers. Die toen de bedrijfsrestaurants en de horeca hun deuren sloten een online winkel opende zodat de productie door kon gaan en hun mensen aan het werk bleven. We hebben een aantal sociaal ondernemingen uitstel van aflossingen op hun leningen gegeven.”
Een plotselinge gebeurtenis leidt niet zelden tot strategische heroverwegingen. Hoe zit dat bij de Rabo Foundation, verschuift de aandachtsbalans wellicht? “De Foundation houdt haar focus. Want zeker internationaal is onze steun harder nodig dan ooit. Want de kleinschalige boeren zijn in die landen ook cruciaal voor het voeden van de lokale gemeenschap. Wel zien we dat we nu minder financieren. Dat komt vanwege het feit dat wij zelf niet kunnen reizen en dus geen projecten kunnen bezoeken. Voordat je investeert wil je toch graag met eigen ogen kijken wat de mogelijkheden zijn.”
De toekomst
Terugkijkend op het eerste half jaar corona zegt Mol: “De veerkracht en het aanpassingsvermogen van sociaal ondernemers zijn groter dan we hadden gehoopt. In doorsnee zelfs sterker dan gewone ondernemingen. Ten opzichte van boeren, ook daar valt het ons in zekere zin mee. We hadden ons behoorlijk schrap gezet, maar de negatieve impact is minder dan we hadden verwacht.”
Mol besluit: “Ik ben benieuwd naar hoe lang de pandemie gaat duren. Wat we de afgelopen maanden hebben gemerkt, is dat onze missie belangrijker is dan ooit. Overal te wereld neemt de kwetsbaarheid van kwetsbare groepen mensen toe. Juist voor deze doelgroep zijn wij er. Om ze als organisatie perspectief te bieden op een betere toekomst. De pandemie heeft vanzelfsprekend invloed op de dingen die we kunnen doen. We zullen keuzes moeten gaan maken, maar wel met het oog op die impact tot de derde macht. Met oog voor het economische, het sociale en het ecologische.”