Bank en taxonomie: bankensector spiegel van verduurzaming economie
De EU taxonomie wordt gezien als echte drijfveer naar een duurzame economie via de financiële sector. Financiële instellingen en stakeholders moeten economische activiteiten die de taxonomie als ‘groen’ classificeert, in kaart brengen en daarover in het openbaar rapporteren. Een uitdaging vanwege de complexiteit. Maar ook een mooie kans voor de bankensector, aldus Maryse Hazelzet van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) in deel I van onze reeks ‘Bank en taxonomie’: “Doel is net zero in 2050; door de taxonomie komt er hopelijk ook een beweging op gang naar meer innovatie en groene producten.” Dit artikel is eerder verschenen in Bank | Wereld Online, een uitgifte van de Nederlandse Vereniging van Banken.
De EU Taxonomie is een belangrijk onderdeel van het Europese Sustainable Finance Action Plan (SFAP). De taxonomie komt ook terug in andere wet- en regelgeving, zoals de rapportage over risicobeheer (pillar III) en de rapportagetool voor beleggers (Sustainable Finance Disclosure Regulation - SFDR), begint Maryse Hazelzet, senior adviseur duurzaamheid bij de NVB: “Die taxonomie omschrijft economische activiteiten met milieuprestatiecriteria."
"Met die taxonomie in de hand, kunnen organisaties hun economische activiteiten stap voor stap verduurzamen. Om daar vervolgens over te rapporteren, bij wijze van een benchmark. Banken brengen vervolgens in kaart welk deel van hun balans onder de taxonomie geclassificeerd kan worden. Banken hebben een extra verplichting. Ze moeten vanuit het perspectief van Europees toezicht klimaat- en milieurisico’s in kaart brengen, zodat ze die kunnen meenemen in hun risicobeheer - de taxonomie is daar een onderdeel van.”
Taxonomie, PAI’s en mensenrechten
De EU Taxonomie heeft doelstellingen op zes duurzaamheidsthema’s, vervolgt Hazelzet: “De eerste twee - en ook de enige tot nu toe gepubliceerd – gaan over het terugbrengen van klimaatverandering (mitigatie) en het aanpassen daarop (adaptatie). Derde doel is het duurzaam gebruik en bescherming van water en mariene hulpbronnen. Vier en vijf behelzen de transitie naar circulaire economie, en de preventie en bestrijding van verontreiniging. En tot slot: bescherming en herstel van biodiversiteit en ecosystemen.”
“De taxonomie gaat dus niet alleen over klimaat. Maar kijkt breder, bijna vanuit holistisch perspectief: wat is nou ‘groen’? Die doelen zijn niet de enige waar organisaties in scope aan moeten gaan voldoen. Ze moeten ook eventuele ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren (‘do-no-significant-harm-criteria’) meewegen. Zo kan een investering met een positieve impact op klimaatverandering bijvoorbeeld, negatief uitpakken voor de biodiversiteit. Ook moet er rekening gehouden worden met de impact op (schendingen van) mensenrechten.”
Bank weerspiegelt verduurzaming economie
Vergroenen van de economie gaat via de klant, zegt Hazelzet: “Bedrijven moeten in kaart brengen en rapporteren in hoeverre hun economische activiteiten in lijn zijn met de taxonomie of kort gezegd: hoe groen ze zijn. Banken moeten vervolgens rapporteren over het duurzaamheidspercentage van hun portefeuille. Banken zijn dus afhankelijk van hun klanten om goed te kunnen rapporteren over de vorderingen op duurzaamheid. Ze mogen pas rapporteren als de klant rapporteert. De bank is als het ware een weerspiegeling van het duurzaamheidsgehalte van de reële economie.”
“Wat het lastig maakt, is ten eerste dat de taxonomie nog niet gereed is en aan verandering onderhevig. Daarnaast zijn er al heel veel lopende duurzaamheidsprojecten. Maar die moeten nog in lijn worden gebracht met de taxonomie. Dat gaat nu pas van start. Logischerwijs kun je wel stellen dat veel ondernemingen nu al verder verduurzaamd zijn dan er op basis van de taxonomie naar voren zou kunnen komen. En tot slot: de realiteit is dat er nu nog veel investeringen zijn in niet-duurzame activiteiten, eenvoudigweg omdat er nog meer geschikte duurzame projecten moeten komen.”
Uitzoomen
Toch ziet Hazelzet de taxonomie als een kans voor de bankensector om hun rol te pakken in de transitie naar een duurzame economie: “Zorg dat je niet verzandt in de nitty-gritty van de rapportage. Maar probeer uit te zoomen en ga in gesprek met de klant hoe zijn vergroening kan plaatsvinden en help hem daarbij. Het is aan beide partijen om de rapportage niet onnodig complex te maken, maar om het simpel te houden en in te zetten als tool naar verduurzaming. Want het is ook voor bedrijven een kans om te innoveren en zo bij te kunnen bijdragen aan een duurzame economie.”
Binnenkort in BankWereldOnline deel II van de reeks ‘Bank en taxonomie’: wat zijn de ervaringen van een ontwikkelingsbank en een publieke bank?