‘Digitalisering in financiële sector faciliteert witwassen ongewild’

22 juli 2019 Banken.nl 9 min. leestijd

De strijd tegen witwassen staat tegenwoordig hoog op de agenda. Zowel bij toezichthouders als bij de banken zelf. De afgelopen jaren zijn diverse banken op de vingers getikt of beboet. Consultancybedrijf TriFinance voorziet financiële instellingen van advies bij het inrichten van compliance- en antiwitwasprocessen en de uitvoering ervan. Banken.nl spreekt hierover met Rob Smeets, business leader bij TriFinance. Hij gaat in op de rol van poortwachter als belangrijke randvoorwaardelijke taak, waarin technologie en de juiste mentaliteit samen kunnen zorgen voor een toekomstbestendige financiële sector.

Er gaat bijna geen maand voorbij of er zit wel een Europese bank in het beklaagdenbankje met betrekking tot witwassen. Het is zonder meer een internationaal en grensoverschrijdend probleem. Als business leader bij TriFinance spreekt Rob Smeets veelvuldig met beleidsmakers van banken, verzekeraars, asset managers en andere financiële instellingen over deze problematiek. Allemaal kampen ze met de uitdaging om criminelen de pas af te snijden, een voortdurend kat-en-muisspel.

Smeets, in het verleden zelf actief in de financiële opsporing, legt uit dat er meerdere redenen zijn voor de ogenschijnlijke toename van het fenomeen witwassen en als direct gevolg de berichtgeving erover. “In de eerste plaats is er een verschuiving en toename van criminele activiteiten waarneembaar van fysiek naar digitaal. De financiële systemen van de banken faciliteren dit ongewild. De samenleving is hierin kwetsbaar. De digitalisering biedt criminelen meer mogelijkheden, een groter bereik en het realiseren van een hoger volume aan potentieel geldelijk gewin.”

Verscherpt toezicht

Naast het ongewilde neveneffect van digitalisering zijn toezichthouders zich ook anders gaan opstellen, strikter. Smeets: “De wet- en regelgeving is fors aangescherpt en de rol van poortwachter voor de banken is verzwaard. De toezichthouder houdt strakker toezicht. Goede voornemens volstaan niet meer. De banken dienen de juiste maatregelen in te zetten. Het toezicht is verschoven naar ‘evidence based’. Daarbovenop komt het negatieve imago van banken. Als gevolg van diverse affaires uit het verleden, wordt elke negatieve gebeurtenis snel en breeduit opgepikt, wat burgers sterkt in hun perceptie van een bankensector die het allemaal niet zo nauw neemt met de regels.

Jarenlang lijkt compliance - en dan meer specifiek op het vlak van antiwitwasprocessen - een ondergeschoven kindje te zijn geweest bij financiële instellingen. Afdelingen die zich bezighouden met het bestrijden van witwassen behoren tot de snelstgroeiende secties binnen banken. Naast de nodige handjes merkt TriFinance ook op dat er grote behoefte is aan kennis en expertise op het gebied van het naleven van wet- en regelgeving, het effectief monitoren daarop en het risicomanagement in bredere zin. “In het verleden lagen de taken op het gebied van AML (anti money laundering, red.) lager in de organisatie en stond dit onderwerp niet op de agenda van het bestuur van financiële instellingen. De recente ontwikkelingen hebben er echter toe geleid dat dit onderwerp alle aandacht van de management board heeft en zelfs een topprioriteit is.”

Paradox digitaal bankieren

Om nog even terug te spoelen naar de verschuiving van fysiek naar digitaal, dat is eigenlijk een paradoxaal fenomeen. Die beweging heeft bankieren veel toegankelijker en gebruiksvriendelijker gemaakt. Helaas ook direct voor kwaadwillenden. “De opsporing naar witwassen is absoluut moeilijker geworden door het digitale betalingsverkeer. De volumes in het betalen en bankieren zijn enorm toegenomen. Dat bemoeilijkt de opsporing en controle van het zoeken naar de speld in de grote hooiberg. De meeste signalen zijn dan ook ‘false positive’ wat frustreert en niet zorgt voor de gewenste beloning. De uitstekende infrastructuur en toegankelijkheid van de financiële sector faciliteert dit ongewild.”

De uitstekende digitale infrastructuur en toegankelijkheid van de financiële sector faciliteert witwassen ongewild.

Toegenomen witwasactiviteit lijkt ook voor meer versmelting van bovenwereld en onderwereld te zorgen. Criminele organisaties worden bovendien geleid op een professionele manier: het kopen van grondstoffen, het voeren van een administratie, het hebben van logistieke activiteiten en werken met actoren uit de bovenwereld onder wie accountants, bankiers, makelaars, notarissen, juristen en fiscalisten. Smeets legt uit dat de scheiding tussen de onderwereld en het financiële systeem van overheden en banken gezien moet worden als een membraan. “De onderwereld houdt zich schuil in de administratie van overheden en banken en zoekt naar gaten om in de bovenwereld door te dringen waardoor ze onzichtbaar blijven door de verwatering in de bovenwereld. Alleen al in het witwassen van opbrengsten uit de drugscriminaliteit wordt een schatting gemaakt van €19 miljard.”

De financiële sector kent sinds 2008 de Wet ter voorkoming van witwassen en terrorismefinanciering (Wwft). Die wet laat enigszins ruimte voor financiële bedrijven, in die zin dat de wet niet voorschrijft hoe ze exact hun rol moeten vervullen. Ze moeten zelf een risico-inschatting maken van het bedienen van het aannemen en bedienen van klanten. Banken hebben daarbij ook een eigen belang, zo betoogt Smeets. Naast dat het de samenleving ten goede komt, draagt het bij aan verbetering van het imago van de financiële instelling en vermindert het de bedrijfseconomische en financiële risico’s van de financiële instelling in kwestie.

Aanpak TriFinance

TriFinance ondersteunt financiële instellingen bij het opstellen en inrichten van interne controlemechanismen. Daarvoor start het bedrijf doorgaans met een Quickscan en de volgende vragenlijst.

  • Wat is het huidig (risico)beleid van de bank?
  • Hoe ziet zij haar poortwachtersrol en maatschappelijke functie?
  • Welke inschatting heeft de bank gemaakt van de risico’s en de te nemen
    maatregelen?
  • Wat is de cultuur van de bank, de directie en van de mensen die hiermee zijn belast?
  • Hoe effectief zijn de maatregelen?
  • Is het ‘Vink’ of ‘Think’?  Wat doen we als het niet goed voelt?

“In de uitvoering gaat het verder dan alleen het aanstellen van extra vaste en tijdelijke mensen. De leiding en bankmedewerkers dienen te beseffen dat hun poortwachtersrol een belangrijke randvoorwaardelijke taak is geworden die punctueel uitgevoerd dient te worden.”

Met name op deze moderne schaalgrootte is de gevraagde en benodigde expertise in onderzoek en opsporing nieuw voor zowel de leiding als de bankmedewerkers. “Om die reden is het delen van ervaringen (best practices) in mogelijke ‘modus operandi’ van bedrijven en personen essentieel. Als je ergens goed in wil zijn moet je het zien als als sporten. Prestaties vragen om oefenen en trainen, dus veel branches-, producten of klant casuïstiek met elkaar delen en bespreken is cruciaal. Nieuwe inzichten dienen vanuit ‘continuous improvement’ geadopteerd te worden in nieuwe werkwijzen en processen.”

Met name op deze moderne schaalgrootte is de gevraagde en benodigde expertise in onderzoek en opsporing nieuw voor zowel de leiding als de bankmedewerkers.

Het opsporen van witwasactiviteit is iets waarin technologie een belangrijke rol kan spelen. Het aantal transacties dat dagelijks plaatsvindt is vrijwel niet te doen met alleen menselijke inzet. Maar volgens Smeets vraagt een succesvolle aanpak ook om andere dingen. “Het zit niet alleen in data en techniek. Het gaat erom wat bankmedewerkers doen als het niet goed voelt. Afvinken of eropuit en nader onderzoek doen? Welke ruimte krijgen medewerkers van  hun leidinggevenden hierin? Er is meer expertise nodig op het gebied van opsporing en onderzoek. De poortwachtersrol is gericht op het versterken van de weerbaarheid van de samenleving. Niet iedereen vindt dit een taak van de banken. Daardoor zien we deze rol onvoldoende terug in de cultuur van de banken. De leiding heeft hierin een niet te onderschatten voorbeeldfunctie.”

Informatie vs privacy

Ten slotte gaat Smeets in op de schijnbare tegenstrijdigheid van een succesvolle aanpak van witwassen en privacywetgeving. Hij legt uit dat het ene gebied heel helder is, heel zwart-wit. “In sommige situaties hebben de banken als gevolg van de Wwft zelfs een meldingsplicht. Dan moet men informatie uitwisselen. Belangrijke kanttekening hierbij is dat er dan alleen gegevens uitgewisseld mogen worden tussen de instellingen over de transacties van personen die klant zijn bij de instellingen en waarbij de instellingen betrokken zijn. Ze mogen hierbij communiceren over de transactie zelf, het karakter van het vervolgonderzoek dat zij deden maar in geen geval gegevens van commerciële aard, bijvoorbeeld over welke producten een klant afneemt.

Dan is er ook nog een gebied wat vatbaar is voor interpretatie en waarin banken hun eigen afwegingen moeten maken. Smeets noemt dit het grijze gebied. “De privacywetgeving laat het toe om gegevens te raadplegen indien dit nodig is om aan een wettelijke verplichting te voldoen. Je kunt je daar niet achter verschuilen. Hoe groter het risico op witwassen, hoe meer gegevens men dus mag raadplegen en onder voorwaarde delen. Banken dienen hier een duidelijk (risico)beleid te formuleren waarin de wettelijke verplichtingen afgezet moeten worden tegen de rechten en vrijheden van de cliënt op het gebied van onder andere privacy. Banken die in deze context vooruitstrevend met privacy om willen gaan zouden ervoor kunnen kiezen om dit beleid door de Autoriteit Persoonsgegevens en of een andere onafhankelijke en kundige partij door te laten lichten of beoordelen.”