Banken zetten met RBC-Commitment in op maximale impact OESO-thema’s
Met het nieuwe Responsible Business Conduct Commitment (RBC-Commitment) geven banken een nieuwe impuls aan het tegengaan van mensenrechtenschendingen en andere OESO-thema’s. Karen Maas, bijzonder hoogleraar accounting & sustainability bij de Open Universiteit, wetenschappelijk directeur van het Impact Centre Erasmus en voorzitter van dit nieuwe convenant zet in op maximale impact. “Ik wil banken prikkelen, uitdagen en verleiden om net een stapje verder te gaan met het tegengaan van mensenrechtenschendingen.” Dit artikel is eerder verschenen in Bank | Wereld, een uitgifte van de Nederlandse Vereniging van Banken.
Nederlandse banken werken al langer samen om mensenrechtenschendingen te voorkomen. In 2016 sloten ze samen met vakbonden, ngo’s en de overheid het Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO)-convenant bancaire sector. Eva Goebbels, beleidsadviseur bij de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB), vertelt hoe de banken hiermee in lijn met de OESO-richtlijnen en de United Nations Guiding Principles gevolg geven aan de verantwoordelijkheid om mensenrechten te respecteren.
Goebbels: “Banken financieren de economie en kunnen daardoor direct of indirect betrokken zijn bij mensenrechtenschendingen van klanten in en buiten Nederland.” Mensenrechtenschendingen kan een bank niet alleen oplossen. Goebbels: “Samen heb je meer impact dan alleen.” Ze is er trots op dat in Nederland de dialoog met verschillende partijen wordt aangegaan. “Alle afspraken zijn nageleefd. De transparantie in de bedrijfsvoering van de banken is door het IMVO-convenant toegenomen, ze publiceren uitgebreide mensenrechtenrapporten en geven inzicht in hun krediet- en beleggingsportefeuilles.”
Maar het houdt hier niet op. Onlangs initieerden de banken op eigen initiatief een nieuw commitment: het Responsible Business Conduct Commitment (RBC-Commitment). Maas ziet dit doorpakken als een belangrijke vervolgstap. “In het IMVO-convenant is heel erg ingezet op het maken van individueel beleid en afspraken, nu kijken we naar wat we concreet gaan doen en wat dat oplevert. Daarmee initiëren banken projecten die zich richten op impact on the ground.”
Maas benadrukt dat het belangrijk is dat banken strategische keuzes maken. Ze signaleert dat er vaak “een beetje hapsnap” te werk wordt gegaan. “De ambities zijn heel erg mooi, er zijn vaak veel activiteiten, maar het is niet altijd in lijn met elkaar. Dat is zo zonde. We kunnen maar een keer ons geld, onze tijd en kennis inzetten. Laten we dat dan zo goed mogelijk doen vanuit onze ambitie.”
Goebbels benadrukt dat mede daarom het RBC-commitment is aangegaan en Karen Maas als voorzitter is benoemd. Daarbij is een high level expert pool met nationale en internationale experts ingesteld die kunnen reflecteren op de inspanningen van banken binnen het RBC-commitment. “Zij kunnen trends signaleren en aangeven of we als banken op de goede weg zijn.”
Prikkelen en verleiden
Wat Maas betreft gaat de rol van de expert pool nog verder. “We kunnen reflecteren op de plannen die banken ons voorleggen, maar ze ook prikkelen, uitdagen en verleiden om net een stapje verder te gaan, of net iets breder te kijken.” Dat breder kijken betreft om te beginnen de duurzaamheidsthema’s; naast mensenrechten is er in het nieuwe commitment ook ruimte voor andere thema’s uit de OESO-richtlijnen, zoals klimaat, milieu en biodiversiteit.
Daarnaast blijft het niet beperkt tot bedrijfsleningen en -projecten, maar omvat het commitment ook investeringen. Goebbels: “Hiermee proberen we het commitment relevanter te maken voor alle leden van de NVB.” “Hoe dichter je dit hele denken aan je eigen businessmodel kunt hangen hoe beter”, vult Maas aan
Wetgeving
Het RBC-Commitment is een vrijwillig afgesloten commitment terwijl er ondertussen op Europees niveau steeds meer wet- en regelgeving lijkt te komen. Dat versterkt elkaar alleen maar, vindt Goebbels. “Europese wetgeving creëert duidelijkheid en normen en daarmee een gelijk speelveld. Door het RBC-commitment zitten wij al voordat er wetgeving is om tafel met partijen die van belang zijn.” Ook Maas ziet dat als een voordeel. “Er wordt door het commitment nu al vanuit een intrinsieke motivatie gekeken waar de kansen en de grenzen liggen. Je bent hiermee als bank een paar stappen vooruit op de regelgeving.”
Van ‘do no harm naar do good’
Daarmee verschuift volgens Maas de focus van “do no harm” naar positieve impact. Ze schetst dit proces als een piramide. “Onderin zit de compliance; hetgeen je moet doen vanuit je wettelijke taak. De volgende laag is do no harm. Daar zitten de thema’s waarvan we vinden dat je daar goed mee om moet gaan; denk aan geen kinderarbeid, geen slavernij. Daarbovenop zit de laag die je kiest vanuit je purpose. Daar ga je naar de do good-principes.”
Het is de bovenste laag die het boeiend maakt voor een bank. “Als je vanuit je eigen business zelf keuzes gaat maken in hoe je hieraan invulling geeft, wordt het ongelooflijk interessant. Wat kan ik ermee, hoe ver wil ik gaan, hoe ver kán ik gaan? Mag dat ook wat meer kosten? Wat moet het opleveren op lange termijn? Dan worden het interessante strategische discussies. Dat is de soort energie waar we nu in gezamenlijkheid naar op zoek zijn.”
Maas ziet hier mogelijkheden voor banken om hun onderscheidend vermogen te versterken. “Iedere bank kan de eigen thema’s kiezen om zich op te profileren. De een richt zich op het bijdragen aan een oplossing van het wereldvoedselprobleem, de ander meer op sociale aspecten in Nederland. Dit soort keuzes zijn ingegeven vanuit het Zijn van de bank. De do good zit daarmee veel meer op intrinsieke motivatie. Waar kun jij vanuit jouw bestaanspositie echt verschil maken?”
Hoe ver de banken de komende twee jaar, de looptijd van het nieuwe commitment, gaan komen is volgens haar ook afhankelijk van de bereidheid van banken en ngo’s om naar elkaar op te schuiven. “Het is de rol van een ngo om te blijven duwen op het goede. Maar we moeten over en weer wel begrip hebben voor elkaars standpunten en voor wat er mogelijk is binnen de kaders waarin banken moeten werken. Uiteindelijk hoop ik dat we in gezamenlijkheid tot mooie plannen en invulling van de ambities komen.”
Goebbels heeft daar vertrouwen in. “De ngo’s houden ons als kritische waakhonden scherp. Ik denk dat het vrij uniek is dat wij in Nederland in dit soort verbanden een open dialoog met elkaar voeren. We realiseren ons dat mensenrechten een continu proces is. Dat ngo’s ons scherp houden en we iets meer naar elkaar toe bewegen is daarbij alleen maar goed. Het beleid staat er. Het is nu tijd voor de next step. We gaan echt toewerken naar positieve resultaten voor mens en milieu.”